De berichtgeving rondom de uitbraak van de Mexicaanse griep in het voorjaar van 2009 was intensief en verontrustend: de Mexicaanse griep zou zich kunnen ontwikkelen tot een gevaarlijke pandemie met veel (dodelijke) slachtoffers, ook in Nederland. Vergelijkingen met de Spaanse Griep en dagenlang nieuws over de wereldwijde verspreiding van het virus versterkten dat beeld. De media brachten deze alarmerende boodschap weliswaar op gezag van wetenschappelijke experts en woordvoerders van bijvoorbeeld de WHO en het RIVM, maar er was weinig aandacht voor andere signalen en experts die het gevaar nuanceerden of relativeerden. Hoewel de epidemie in Nederland een mild verloop had, was de berichtgeving ook in het najaar van 2009 toen enkele kinderen overleden aan de griep sterk verontrustend.
Dit blijkt uit onderzoek van de Nederlandse Nieuwsmonitor naar de berichtgeving in de media over de Mexicaanse griep in 2009. Naast de landelijke dagbladen zijn ook de journaaluitzendingen van NOS, RTL4 en SBS6 meegenomen in het onderzoek en zijn de berichten op sociale media Nujij.nl, Fok.nl, Mexicaansegriep.eu en Zwangerschapspagina.nl geanalyseerd. De resultaten van het media-onderzoek zijn afgezet tegen de gegevens die beschikbaar waren over de reacties van het publiek, zoals het aantal geposte berichten op webfora, de ruim 800.000 telefonische vragen aan de grieplijn van Postbus 51 en de antwoorden op een serie opiniepeilingen (Risico- en crisisbarometer Nieuwe Influenza A van het Ministerie van Veiligheid en Justitie).
Andere conclusies uit het onderzoek:
• De media hebben zich soms laten meeslepen door de verontrustende verhalen over de dreigende pandemie en hebben weinig oog gehad voor informatie die het gevaar relativeerde. Al vrij snel was bekend dat de griep een mild verloop had en dat de cijfers uit Mexico onbetrouwbaar waren, maar dit is niet in de berichtgeving naar voren gekomen.
• De berichtgeving heeft in de beginfase veel verontrusting opgeroepen bij het publiek
• Viroloog Ab Osterhaus heeft daar met zijn vele media optredens een grote rol in gespeeld, gevolgd door Roel Coutinho van het RIVM. De griepsceptici kregen in de berichtgeving weinig aandacht.
• Er was weinig aandacht, met name op televisie, voor de verandering in de WHO-definitie van de pandemie, waarin de ernst van de epidemie geen rol meer speelde, alleen de internationale verspreiding. Daardoor bleef de dreiging van de ernstige pandemie nog lang doorklinken in de berichtgeving.
• De televisieberichtgeving is over het geheel genomen verontrustender van toon en biedt veel minder feitelijke achtergrondinformatie dan de dagbladen.
• Bij de ‘affaire’ Osterhaus hebben de media de aantijgingen van belangenverstrengeling meteen overgenomen zonder deze voldoende te checken.
• Het publiek is in de tussenliggende periode tamelijk nuchter gebleven onder de stroom van berichten over de maatregelen tegen de Mexicaanse griep. Pas wanneer mensen in het najaar zelf voor keuzes komen te staan (wel of niet inenten) neemt de verontrusting weer toe, bellen ze en masse de grieplijn en schrijven heel veel berichten op webfora.
Download: “Mexicaanse griep in Nederland. Berichtgeving, verontrusting en publieksreacties.”
Onderzoek van de Nederlandse Nieuwsmonitor.
Het onderzoek is uitgevoerd door Nel Ruigrok, Otto Scholten en Peter Vasterman. Het Nationaal Crisiscentrum, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu hebben bijgedragen aan dit onderzoek met een subsidie en met databestanden (grieplijn, webanalyse en publieksonderzoek).