Inleiding Peter Vasterman voor het seminar ‘De HPV-campagne ontrafeld’, geoganiseerd door de Pharma Marketing Groep
op 28 mei 2009 in Woerden.
Heej Weet je nie hoe fet erg kanker is?
jaah ik hb gehoord dat je van dese prik dood kan gaan mr
dtis tog niej waar?hoop ik
ELLEgirl.nl -
girlworld - Prik tegen kanker
Als mediasocioloog doe ik onderzoek naar mediahypes die vaak te maken hebben met risico’s.
Denk aan fijnstof versus UMTS zendmasten. De vraag is hoe relatief
kleine of zelfs niet bestaande risico’s kunnen uitgroeien tot grote
maatschappelijke kwesties met (irrationele) gevolgen.
In dat kader volg
ik met grote belangstelling de controverses rond vaccinaties, met als bekendste
voorbeeld Engeland waar de vaccinatiegraad voor MMR[1]
(tegen mazelen, de bof en rodehond) is gedaald naar vijftig procent als gevolg
van hijgerige berichtgeving en actiegroepen van verontruste ouders. De
aanleiding was een discutabel artikel over het vermeende verband tussen autisme
en deze vaccinatie. Internet speelt een belangrijke rol in dit soort
controverses, het web biedt de verschillende spelers allerlei nieuwe
mogelijkheden om informatie en standpunten naar buiten te brengen, aanhangers
te mobiliseren en de publieke opinie te beïnvloeden. Dat is de invalshoek van
mijn inleiding vanmiddag: het publicitaire speelveld is door internet en met
name door Web 2.0 drastisch aan het veranderen en dat is voor iedereen die zich
met communicatie bezighoudt van groot belang.
Vanmiddag:
Het nieuwe
medialandschap
Web 2.0
De informatiestromen
op internet
De spelers in de
HPV controverse
Netwerken in
kaart gebracht
Gevolgen voor
communicatie
Vandaag praten we
over de hpv campagne, of liever gezegd het deels mislukken daarvan als gevolg
van een groeiende verontrusting en een toenemend verzet tegen het vaccineren
van meisjes met dit vaccin tegen baarmoederhalskanker.
HPV
controversieel
- Tegenstanders in medische wereld
- Kosten/baten analyse,
- Effectiviteit bescherming
- Bijverschijnselen en risico’s
- Morele kwesties rond seks en
jongeren
- Verschil met andere vaccinaties
(geen kans op epidemie)
- Op internet steeds meer
verontrusting en verzet
De
uitgangspositie voor een succesvolle vaccinatie was al meteen problematisch: er
bestond vooraf ook in de medische wereld al onenigheid over nut en noodzaak van
de vaccinatie: wegen de kosten tegen de baat op in termen van gewonnen
levensjaren bij deze relatief zeldzame aandoening? Bovendien biedt het vaccin
geen volledige bescherming en blijft controle later nodig.
Later kwamen daar
de verhalen over bijverschijnselen bij, blijkbaar was leverde dit vaccin
risico’s op. Was dat wel de moeite waard als de bescherming beperkt was?
Groeperingen tegen vaccinaties, ontstaan in het kielzog van de Britse
controverse (zoals de vereniging kritisch prikken) kwamen in actie tegen de HPV
campagne. De combinatie meisjes en seks stond bovendien garant voor allerlei
morele discussies (uit christelijke hoek kwam het geluid dat vaccineren niet
nodig zou zijn als je je hele leven bij dezelfde partner blijft en geen seks
voor het huwelijk hebt).
Er is een groot
verschil met andere vaccinaties, waar ook een rol speelt dat er een epidemie
uitbreekt omdat er te weinig kinderen ingeënt zijn.
En op internet
steeds meer verontrusting en verzet, ook dat is nieuw.
Hoe zo’n controverse
zich ontwikkelt hangt af van de informatiestromen in de media en op internet en
de activiteiten van de verschillende spelers: te onderscheiden zijn de
institutionele spelers als het RIVM, de farmaceutische industrie, de
gezondheidszorg, de massamedia (dagbladen, televisienieuws), de professionele
websites, maar ook (privé)bloggers, hyvedeelnemers, youtubegebruikers en
‘reaguurders’ op allerlei discussiefora en portals. En als je die spelers
bestudeert merk je hoe sterk het medialandschap dat wij decennia lang kenden op
de helling is gegaan.
Toegang tot de arena: kidsfeeling.nl
“Vaccinaties in Amerika hebben al aan diversen meisjes het leven
gekost. Zijn verlamd geraakt Bijwerkingen van vaccinatie zijn nog niet allemaal
bekend. Meiden please denk heel goed na. Wees geen proefkonijn. Meiden ga op
zoek naar de waarheid, vertel het je vriendinnen. Je loopt een risico met dit
experiment. Duizenden meisjes werden ziek na inenting.
Een voorbeeld: op
youtube staat een filmpje van 3.42 minuten, eigenlijk een eenvoudig soort
powerpoint met een muziekje eronder. Teksten als:
“Vaccinaties in
Amerika hebben al aan diversen meisjes het leven gekost. Zijn verlamd geraakt.
Kregen een miskraam na inenting. Bijwerkingen van vaccinatie zijn nog niet
allemaal bekend. Stoffen in het vaccin ook niet veilig. Meiden please denk heel
goed na. Wees geen proefkonijn. Meiden ga op zoek naar de waarheid, vertel het
je vriendinnen. Je loopt een risico met dit experiment. Duizenden meisjes
werden ziek na inenting. Lees er meer over: kidsfeeling.nl.”
Opmerkelijk is de
afzender, een relatief kleine site (hoewel toename van 800% in de afgelopen
maanden) over opvoeden uit de alternatieve (zweverige) hoek (een echtpaar dat
ook de website www.goodfeeling.nl in de
lucht houdt, een spirituele site die links heeft naar chemtrails, het summum
van complottheorie)
Maar veel
opmerkelijker is het aantal views van dit filmpje: 79.331 in een paar maanden
vanaf 4 januari. (Ongeveer evenveel als een filmpje van Yolanthe deze week).
Dat zijn dus heel veel bezoekers voor zo’n onderwerp, bovendien staan er op
allerlei andere sites links naar dit video’tje en staat erbij met welke html
codes je de video kunt opnemen op je site. Als je bij dit filpmje bent, verschijnt
er op youtube een afspeellijst met vergelijkbare video’s: Gardasil betrouwbaar?
Is HPV vaccine safe? HPV baaarmoederhalskanker vaccin 2 slachtoffers. The
danger of vaccins. Veel Amerikaanse filmpjes, soms ook fragmenten uit
nieuwsprogramma’s. HPV Bomb: HPV Virus
Does NOT Cause Cancer, HPV Vaccine Does. Ook is er een filmpje van een
woedende vader wiens dochter blijkbaar is overleden na de prik. Het zijn
eenvoudige, vermoedelijk effectieve video’s omdat ze simpel zijn en op emotie
spelen.
Opvallend is dus
dat in feite iedereen een video kan maken, publiceren en doorspelen. Dat is een
groot verschil met vroeger natuurlijk. Toen er nog allerlei sluizen en
sluiswachters zaten tussen idee en publicatie. Bovendien kan iedereen met zo’n
publicatie aan de slag gaan, bewerken, doorgeven, taggen, ranken, bespreken in
fora, op hyves, op de msn, deze kan meteen deel uitmaken van allerlei
communicatieprocessen tussen actieve gebruikers.
Als je in google
‘kanker en prik’ intikt, kom je niet terecht bij het RIVM maar bij sites als www.girlzforum.nl of www.ELLEgirl.nl waar meisjes met elkaar
praten over alles dus ook deze vaccinatie, al dan niet verwijzend naar
informatie of video’s die ze op internet gevonden hebben.
Vraag en
antwoord:
“Hallo. ik heb de
brief thuis gekregen. maar ik hoorde van mijn vriendin dat er 29 meiden aan
dood zijn gegaan en dat er meiden aan verlamd zijn geraakt en ontvruchtbaar. en
nou ben ik dus bang voor de prik!!! en ik heb ook nog Diabetes kan dat ook nog
kwaad??ik wil de prik aan de ene kant wel halen maar aan de andere kant ook
weer niet.”
“De overheid
heeft zich laten adviseren door een raad waarin mensen zitten die banden hebben
met deze pillenindustrie (financiele banden). Hun onpartijdigheid en hun advies
zou ik dus echt niet geloven! (Lijst van de deelnemers in deze adviesraad is op
internet te vinden) Check en dubbelcheck altijd! De overheid heeft het al vaker
mis gehad in het verleden. En ook de fabrikant van deze vaccin heeft met andere
middelen al veel doden op zijn geweten.”
Veranderend
medialandschap
Traditionele medialandschap:
Gesloten systeem met
beperkt aantal zenders
Professionele
sluiswachters
Massacommunicatie
Overheidsregulatie
Media-ecosysteem
Dynamisch open systeem
Einde monopolies
Netwerk communicatie
User generated media
& content: Web 2.0
Veranderende
medialandschap.
Er is heel veel
aan het veranderen, dat is duidelijk, vroeger was het medialandschap tamelijk
overzichtelijk, je had de publieke omroep (derde net pas in ‘86) met later de
commerciële televisie en radiozenders (1989). Er waren dag- en weekbladen,
publiekstijdschriften, vaktijdschriften, voor allerlei doelgroepen op
commerciële basis.
Het traditionele
medialandschap is relatief statisch en gesloten: een kleine groep ‘zenders’
produceert ‘boodschappen’, bundelt deze en verspreidt die naar de ‘ontvangers’:
Massa-Communicatie). Het aantal zenders is daarbij beperkt en daarmee treden
zij ook op als ‘poortwachter’. Kenmerkend zijn: schaarste zodat
overheidsregulering nodig is, media als vertegenwoordigers van maatschappelijke
stromingen en professionele systemen voor kwaliteitsbewaking van de
informatiestromen.
Tegenwoordig zou
je eerder kunnen spreken van een media-ecosysteem, een open dynamische
landschap. De traditionele media staan nog steeds centraal in dat landschap,
maar internet heeft gezorgd voor een dynamisch netwerksysteem waarin zij steeds
meer verweven raken met alles wat op internet aan informatiestromen beschikbaar
is.
Kenmerkend voor
de ontwikkeling van internet in de afgelopen jaren is de opkomst van de
zogenaamde user generated content, variërend van teksten, foto’s (mobieltjes),
video’s, tot en met reacties en discussies, deels ook op de sites van de klassieke
media.
Het publiek
produceert met behulp van goedkope technologie als digitale camera's of weblogs
ook zelf ‘boodschappen’, variërend van kiekjes van de hond en
dagboekbeschrijvingen tot specialistische vakinformatie.
Tegelijkertijd is
er ook sprake van een democratisering van de distributie. Een pc of mobiele
telefoon die verbonden is met het web kan bijvoorbeeld vrij makkelijk op grote
schaal zelfgemaakte foto's verspreiden. Al die amateur-content – in populaire
buzzwords ook wel user generated content
of consumer generated media – maakt
deel uit van hetzelfde netwerk waarin ook de websites van kranten,
televisiezenders en radiostations een plek hebben.” (DNR Jaarboek: 10)
Traditionele media spelen daarbij een centrale rol. Nog altijd zijn zij de
belangrijkste leveranciers van journalistieke content. Maar zij weten zich
omringd door tal van nieuwe partijen: webloggers, zoekmachines, newsportals,
communitysites, social networks. Deze sites nemen een aantal functies over van
de traditionele media. In het nieuwe systeem zijn professionele en
niet-professionele inhoud aan elkaar gelinkt en beïnvloeden zij elkaar.
In dat vroeger zo
overzichtelijk medialandschap kregen gezaghebbende instituten zoals het RIVM
makkelijk toegang kregen tot de media en daarmee tot de publieke opinie. Door
de komst van internet en met name web 2.0 is dat publicitaire speelveld danig
veranderd, evenals het mediagebruik van met name jongeren. Youtube, hyves,
nujij.nl, portals en fora spelen een belangrijke rol. Er is sprake van een
soort democratisering van de toegang tot de publieke arena waardoor andere
actoren macht kunnen krijgen.
Internet bestaat
niet meer uit afzonderlijke gelinkte websites maar vormt eerder een platform
voor allerlei interactieve toepassingen waarin de gebruikers centraal staan.
Dat is Web 2.0. In de Web 2.0 wereld maken ze foto’s en video’s met hun mobiele
telefoons, versturen die naar YouTube, houden een weblog bij, laten reacties
achter in discussiefora, leveren bijdragen aan Wikipedia, werken gezamenlijk
aan een online project en onderhouden contacten met anderen via Hyves, Twitter
of Facebook. Vandaar de term ‘produser’: de gebruiker die producent is
geworden.
Het huidige
digitale medialandschap kan als volgt in kaart worden gebracht:
- Mainstream media online: (CNN.com, Elsevier.nl, Volkskrant.nl, NOS.nl, etc.). Ook: podcast, rss-feeds.
- Nieuws aggregatiesites: Nu.nl, Google news, andere news portals
- Social Bookmarking Sites (Digg.com, delicious.com)
- Professionele weblogs (Geenstijl.nl, Sargasso.nl, Mediachannel, etc.)[2]
- Persoonlijke weblogs (al dan niet gekoppeld aan medium)
- Internetforums (zelfstandig of gekoppeld aan nieuwsmedium)
- Reacties bezoekers op verschillende soorten sites.
- Samenwerkingsprojecten (Independent Media Centers[3], Slashdot, collaborative online publishing, Wikipedia)
- Bestandsuitwisseling websites (webvideo, Flickr, Dumpert, Youtube, uploaden ook via email of mobiele telefoon)
- Social network sites (hyves, facebook, virtuele gemeenschappen)
- Nieuwsgroepen, usenet ofwel discussiegroepen
- Peer to peernetwerken voor bestandsuitwisseling (torrent)
- Internet Relay Chat (IRC)
Een belangrijk
kenmerk van Web 2.0 is de sterke mate van intertextuality: sites verwijzen naar
elkaar, bouwen voort op bijdragen van anderen, etc. De sites in welke vorm dan
ook staan niet meer op zichzelf maar maken deel uit van één groot netwerk.
Discussies worden op allerlei sites tegelijkertijd gevoerd en naar elkaar
gelinkt. Een belangrijk kenmerk van Web 2.0 is dat de produsers niet alleen
content leveren, maar ook zorgen voor een beoordelingssystematiek. Bijdragen
zijn geen eindproduct, maar worden becommentarieerd, aanbevolen, gekopieerd,
geëmaild, gelinkt, etc. Die verwijzingen kunnen leiden tot hogere rankings bij
Google[4] of
Technorati waardoor een weblog steeds meer bezoekers krijgt.
Wat doen de
deelnemers?
·
Content
toevoegen (audio, video, tekst, etc.)
Door middel van
dergelijke tag- en rating systemen (social bookmarking) zorgen de gebruikers
voor een ordening in de chaos van internet. Bij de wiki-achtige toepassingen
vindt moderatie plaats door de gebruikers zelf die bijdragen van anderen aanvullen en corrigeren. In het internettijdperk vindt als het
ware een verschuiving plaats van institutie naar individu, gebaseerd op een
radicale democratisering van de productie en distributie van informatie. Er is sprake van een open systeem, van anonimiteit en van een
netwerkstructuur waarin content wordt gecreëerd, aangevuld, van een mening
voorzien, en doorgegeven (recycling).
“The order of things in broadcast is
‘filter, then publish.’ The order in communities is ‘publish, then filter.’”
(Bowman & Willis, 2003: 12).
Bovendien is er
sprake van convergentie en van interactie tussen bestaande en nieuwe media.
Beide systemen zijn nauw met elkaar verbonden en reageren voortdurend op elkaar
(Jenkins, 2006). Media
proberen een plek te veroveren op internet, speuren het net af naar interessant
nieuws, actoren proberen internet te gebruiken om anderen te bereiken en door
te dringen tot de gevestigde media, etc. Volgens Castells
(2007) biedt web 2.0 veel actoren de kans om tegenmacht te ontwikkelen
tegenover de gevestigde media.
Een ander
voorbeeld. Het tv-programma Zembla maakte in oktober 2008 een kritische
uitzending over de HPV campagne (die uitzending is nog steeds beschikbaar via
de site en veel andere sites linken naar dit programma). Er is ook een
reactieforum en daar kwam de volgende noodkreet binnen:
Zembla Geplaatst op woensdag, 04-03-09 14:39
Ik ben zooo verdrietig omdat mijn dochter meteen na het
krijgen van de hpv-vaccinatie een stuiptrekkings-aanval kreeg en een dag later
met ernstige ademhalings problemen in het ziekenhuis is beland. Ze ligt op de
intensive care en doktors vrezen voor haar leven.
Ze was voor die rot prik kern gezond, was sportief,
gelukkig en stond midden in het leven. Nu allemaal dankzij zo'n
"goedbedoelde" prik in 1 keer voorbij. Die IPOD mogen ze van mij in
hun rxxx steken....
Als deze prik uiteindelijk haar leven neemt zal ik de
regering persoonlijk verantwoordelijk houden, ik zal me hard maken om de
onderste steen boven te krijgen waarom onze kinderen in godesnaam zo'n giftige
rotzooi krijgen toegediend. Ik ben op dit moment in verwachthing en ik kan je
nu al zeggen dat deze kleine NOOIT en te nimmer ook maar 1 prik zal krijgen. Ik
ben WOEST !
De programmaker
probeerde contact met haar op te nemen maar dat leverde niets op. Het ‘nieuws’
werd wel meteen overgenomen door allerlei andere sites onder de vermelding
“Eerste HPV-prik slachtoffer in Nederland.” Op dit moment zijn er nog een stuk
of twintig sites die dit eerste geval melden (ook op bijvoorbeeld
Trosradar.nl), terwijl het dus een valse melding is. Ook dat is typerend voor
Web 2.0, anonieme valse meldingen die eindeloos blijven rondzingen op internet
en nooit gecorrigeerd worden. Gelukkig wordt er op een site als Nujij.nl wel
gediscussieerd over het waarheidsgehalte van de melding. Hieruit blijkt dat Web
2.0 geen sluitende controlerende systemen kent die zoals bij professionele
systemen corrigerend kunnen werken.
Web 2.0 biedt dus
veel mogelijkheden om alternatieve informatiestromen op gang te brengen, die
aanknopen bij de reguliere berichtgeving in de journalistieke media maar daar
ook weer een ander perspectieven tegenover stellen. Typerend is vooral dat die
informatiestromen lopen via youtube, hyves of andere communities waar
gebruikers informatie uitwisselen en met elkaar praten over allerlei
onderwerpen. Alles loopt door elkaar: nieuwsitems, wetenschappelijke feiten,
persoonlijke ervaringen, meningen, discussies, geruchten, valse meldingen,
grappen enz. Soms is het moeilijk om te zien wat kwaadaardige complot theorieën
zijn of werkelijk serieuze analyses. Bijvoorbeeld over de farmaceutische
industrie, die kan rekenen op nogal wat wantrouwen van de complotdenkers. Het
vergt nogal wat van de gebruikers om in deze chaos een weg te zoeken en zin en
onzin te filteren.
Aangezien het
geen afzonderlijke sites zijn, maar netwerken die allerlei sites met elkaar
verbinden is het van belang om te kijken naar de hubs, de knooppunten in de
netwerken waar veel sites naar verwijzen en die dus een belangrijke rol spelen
bij het verspreiden van informatie. Van epidemieën is bekend dat als het virus
een van de hubs (internationale vliegvelden) kan passeren, is er geen houden
meer aan. Zo ook op internet. Deze sites scoren dankzij al die inlinks ook hoog in Google (de belangrijkste
zoekmachine en wegwijzer) en gebruikers die op zoek gaan naar informatie komen
meteen bij deze sites terecht.
Maar welke
zoektermen gebruiken ze en waar komen ze dan terecht. HPV en RIVM leveren
andere resultaten op dan kanker en prik (een term waarmee je meteen terecht
komt bij Elle girl, sugababes en girlzforum, en Kidsweek. Pas dan komt AD en
Jeugdjournaal. Dit geeft goed aan wat er gebeurt: we komen discussiesites voor
meisjes tegen, al dan niet gekoppeld aan een journalistiek medium (kidsweek,
Viva), maar ook persoonlijke (tegen) en professionele blogs (tegen: “Vaccinatie
HPV virus zeer omstreden en risicovol!! Wat de media niet durven, willen of
mogen vertellen!”). De kans dat je als 12-jarige veel informatie tegenkomt uit
niet-institutionele bron (of uit anonieme bronnen) is vrij groot.
- Op zoek naar trends en netwerken
- Welke zoektermen zijn populair:
google trends
- Op zoek naar hubs in de netwerken
Een manier om
trends in zoektermen te analyseren is google trends[5].
Google maakt het mogelijk om trends te onderzoeken het gaat dus niet om
absolute zoekbewegingen. Dan kun je pieken en dalen zien en kijken wanneer
bijvoorbeeld een specifieke zoekterm als ‘kritisch prikken’ opkomt. Wanneer
gaan mensen daar naar zoeken en waarom? Dat gebeurt op 8 en 9 maart, een week
na het begin van de campagne en na berichten van het RIVM over de spookverhalen
op internet. (HPVtrends4.pdf). In die week is er in de media ook veel aandacht
voor de vaccinatie en de controverses. Over het algemeen overheerst in de
berichtgeving het beeld van vaccinatie hysterie, maar de tegenstanders komen
wel aan het woord of reageren met opiniestukken zoals in de Volkskrant.
Met Google trends
kun je ook zoeken naar websites en kijken waar de gebruikers ook naar zoeken en
welke websites ze ook vervolgens aanklikken. Voorbeeld.
Naast de
zoekmachines ligt het voor de hand dat de gebruikers en zeker de doelgroep van
de vaccinatie via communities attent wordt gemaakt op bepaalde sites. Het ligt
voor de hand dat zij intuïtief klikkend en zappend van de ene site naar de
andere surft, bij voorkeur langs sites met leeftijdsgenoten (hyves.nl,
viva.nl), bij voorkeur met filmpjes zoals op youtube. En dan blijken er nogal
wat hyves te zijn die tegen de vaccinatie zijn:
http://hpvnieuws.hyves.nl/ (1835)
http://hpv-vaccin.hyves.nl (1835)
“Leden van deze
hyve zijn ook lid van: Vaccinatie Baarmoederhalskanker HPV, Alles wat je wilt
weten over het HPV vaccin!, STOPKANKERNU!, Pink Ribbon, KiKa Kinderen
Kankervrij, bekijk het overzicht.”
Meldpunthyves
(481 leden) verwijst weer naar: http://coevorden.sp.nl/Hulpdienst/meldpunt/index.shtml
Discussieforum:
“ik ben blij dat mijn dochter er snel achter kwam dat er hier iets niet klopt
met die prikken, draait echt niet om jullie meiden zelf maar om het geld hoor!
Wat kan hun het nou schelen bij het RIVM of jullie wel of niet later wat gaan
mankeren, deze mensen zelf zijn dan al stokoud en hebben prima geleefd, vooral
van het geld wat nu lekker voor ze binnenstroomt voor hun oude dag straks!!!!!”
Het is allemaal laagdrempelig,
sociaal, het straalt een gezellig, informeel groepsgevoel uit en het is heel
makkelijk om met een klik mee te doen, of een reactie van een paar regels
achter te laten. Van de ene hyve kom je weer bij de andere uit.
Er staan veel
links naar vergelijkbare anti-sites:
http://www.vaccinatieschade.nl
http://www.verontrustemoeders.nl
Als je deze sites
in een netwerk in kaart brengt wordt duidelijker welke hubs er zijn en hoe de
lijnen lopen.
Op basis van de
eerste honderd hits van google op zoektermen stel je een lijst samen van urls
waarmee je aan de slag gaat. Je kunt netwerken laten zien, wie linkt naar wie,
wie zijn belangrijke actoren in het netwerk, waar zitten de hubs?
Zie voorbeeld van
de issuecrawler: hpv1cluster_map geeft een beeld van interactor analyse van de
antisites. (Inter-actor analysis crawls the seed URLs and retains inter-linking between
the seeds. )
Een co-link
analyse gaat uit van de startpagina’s en zoekt de pagina’s die tenminste twee
links ontvangen van de startpagina’s. (Co-link analysis crawls the
seed URLs and retains the pages that receive at least two links from the
seeds). Zie: hpv1_map en hpv2map
Hoe vaak komt een actor voor:
kritisch prikken, 494 keer bij 49 sites
Dit geeft een
indruk van de mogelijkheden om de informatiestromen en de netwerken op internet
te analyseren en ook over een langere termijn te monitoren.
Gevolgen van Web 2.0
Publicitaire arena gelijkvloers
Komst nieuwe informatiestromen
Zonder professionals met codes
Zichtbaarheid institutionele spelers
Discussiepunten
Gebruik maken van Web 2.0? Monitoren trends
Gebruik maken van dezelfde kanalen en
communicatiestijlen?
Hoe bereik je verontruste ouders en bestrijd je
complotdenkers?
Hoe sluit je aan bij psychologie van het risico?
Media nog steeds agendasetters
Tot slot...
De gevolgen van
Web 2.0.
Tot slot. Wat
betekent dit allemaal voor communicatie en campagnes?
Zoals ik in het
begin zei is de publicitaire arena waarin overheden, bedrijven en
maatschappelijke organisaties moeten opereren inmiddels radicaal veranderd.
Het speelveld is
gelijkwaardiger geworden in vergelijking met vroeger toen de klassieke media
nog een centrale rol speelden en het nieuws nog sterk institutioneel van aard
was. Met de komst van internet zijn er talloze invloedrijke informatiestromen,
weblogs en discussieplatforms bijgekomen die zich weinig gelegen laten liggen
aan ethische overwegingen of professionele standaarden. Dankzij internet kan
iedereen tegenwoordig publiceren, aanklagen en medestanders mobiliseren om zo
media en politiek te beïnvloeden. Als er op internet allerlei onthullingen
circuleren, groeit de druk op de serieuze journalistiek om daar ook iets mee te
doen. Bovendien is er meer concurrentie tussen de media die minder tijd hebben
voor eigen verslaggeving en daarom sneller meegaan in mediahypes op basis van
voorgebakken primeurs.
Wat me opgevallen
is bij al die sites is dat er behalve het RIVM en KWF nauwelijks andere spelers
actief zijn, behalve dan http://www.beschermjedochter.nl
van Sanofi Pasteur MSD. Zeker de farmaceutische industrie is onzichtbaar op het
web, en komt alleen aan bod in de context van complottheorieën waarin geld ten
koste gaat van de volksgezondheid. Dat geeft een eenzijdig beeld en ook in de
gewone media kan deze industrie niet bepaald rekenen op een vriendelijke
benadering (Elsevier uitgezonderd).
Ik zou
aansluitend op mijn analyse van het veranderende speelveld de volgende kwesties
willen aankaarten.
- Valt te overwegen om van dezelfde communicatiekanalen op internet gebruik te maken om campagne te voeren en negatieve verhalen tegen te gaan? Zou je niet dezelfde communicatiestijlen moeten gebruiken (informeel). Zouden de institutionele spelers ook niet veel zichtbaarder moeten zijn in de Web 2.0 wereld (naast hun eigen officiële site)?
- Zouden die andere spelers ook niet moeten meepraten op al die sites en daar een tegengeluid moeten laten horen?
- Zou je niet pertinent onjuiste informatie of valse meldingen moeten aanpakken (zoals die van Charlot)?
- Ik denk dat het belangrijk is om de informatiestromen op internet te monitoren en te onderzoeken hoe de verontrusting in elkaar zit, welke feiten en welke argumenten van belang zijn om daar op in te spelen. Het lijkt me niet verstandig om de verontruste ouders te benaderen als hysterische malloten, je moet ze serieus nemen, ze doen veel moeite om zich te verdiepen in medische zaken en bronnen. Luister naar kritiek en doe er iets mee. Maar hoe onderscheidt je de complotdenkers van de echt verontruste ouders? Je moet de bezorgdheid serieus nemen en voorkomen dat ze in handen vallen van de complotdenkers of chemtrails aanhangers.
- Hoe zit het denken over risico’s in elkaar? Wijs er op dat mensen op grond van de bekende psychologische patronen bepaalde risico’s enorm overschatten en andere (meer alledaagse) risico’s juist onderschatten (leken- versus expert frames).
- Dus maak gebruik van hyves, twitter, blogs, internetfora, neem actief deel aan discussies en breng vooral de netwerken in kaart zodat je weet hoe een issue zich op internet ontwikkelt.
Burgers hebben
meer macht in de publieke arena, maar we moeten vooral ook niet de invloed van
de journalistieke professionele media onderschatten, zij zijn de agendasetters,
ook voor de nieuwe media. (het is geen toeval dat de activiteit op de hyves
afneemt zodra het onderwerp uit de media is).
Tot slot:
http://www.meerwetenoverfreek.nl/onderzoek-freek.html
Vroeger hadden de
ouders een brief geschreven nu hebben ze een website, een stichting, een forum,
kunnen andere ouders reageren en ook melden: “Mijn tante verloor lang geleden
een kind van 6 maanden aan wiegendood na vaccinatie. Alles werd door de artsen
ontkend.”
[1] Bof, Mazelen, Rodehond, Difterie, Tetanus, Polio, (BMR-DTP)
[2] [redactie, reclame en contracten met nieuwsleveranciers zoals ANP of
Novum)
[3] “Indymedia is a collective of independent media organizations and
hundreds of journalists offering grassroots, non-corporate coverage. Indymedia
is a democratic media outlet for the creation of radical, accurate, and
passionate tellings of truth.” http://www.indymedia.org/nl/index.shtml
[4] “PageRank relies on the uniquely democratic nature of the web by using
its vast link structure as an indicator of an individual page’s value. In
essence, Google interprets a link from page A to page B as a vote, by page A,
for page B. But, Google looks at more than the sheer volume of votes, or links
a page receives; it also analyzes the page that casts the vote. Votes cast by
pages that are themselves ‘important’ weigh more heavily and help to make other
pages ‘important.’ (Google geciteerd in Wemedia 43)
[5] 10. Do the numbers on the graph reflect actual search traffic numbers?
No. The numbers you see on the y-axis of the Search Volume Index (which you can see after you've signed in to your Google Account) aren't absolute search traffic numbers. Instead, Trends scales the first term you've entered so that its average search traffic in the chosen time period is 1.0; subsequent terms are then scaled relative to the first term. Note that all numbers are relative to total traffic.
No. The numbers you see on the y-axis of the Search Volume Index (which you can see after you've signed in to your Google Account) aren't absolute search traffic numbers. Instead, Trends scales the first term you've entered so that its average search traffic in the chosen time period is 1.0; subsequent terms are then scaled relative to the first term. Note that all numbers are relative to total traffic.