maandag 20 oktober 2008

’Omroep bedient te kleine groep’

De actualiteitenrubrieken van de publieke omroep berichten voor een selectieve groep. „We doen journalistiek iets niet goed”, zegt NPO-voorzitter Hagoort.
De publieke omroep is er voor iedereen. Daarom moeten de actualiteitenrubrieken ’Nova’, ’Netwerk’ en ’EenVandaag’ zich meer inspannen om ook Telegraaflezers en mensen die op Wilders of Verdonk stemmen te bedienen. Daarvoor pleit Henk Hagoort, de hoogste man bij de publieke omroep, vandaag in deze krant.
Trouw 16 oktober

Afgezien van de vraag wat nou precies links of rechtse journalistiek is tegenwoordig duikt er ook nog een ander probleem op in de redenering van NPO-voorzitter Hagoort. Hij gaat er namelijk van uit dat “de publieke omroep er voor iedereen is,” en de actualiteitenrubrieken zich daarom moeten inspannen om ook Telegraaflezers en Verdonk- en Wildersstemmers te bedienen.
Als voorzitter van de nieuwe constructie NPO heeft Hagoort wellicht het idee gekregen dat de publieke omroep een geheel is die heel Nederland als doelgroep heeft. Maar zo zit ons omroepbestel niet elkaar: de zendtijd is in handen van omroepen die toegang gekregen hebben tot radio en televisie omdat ze een geestelijke of maatschappelijke stroming vertegenwoordigen. De pluriformiteit van de publieke omroep ligt dus verankerd in dit toelatingscriterium. Het gaat er niet om dat de Telegraaflezer zicht herkent in Netwerk, maar dat de KRO- en NRCV- achterban dat doet.
Als een maatschappelijke stroming zich niet vertegenwoordigd voelt dient er een aspirant omroep opgericht te worden die zendtijd krijgt op basis van voldoende leden. Dat betekent dus dat er voor de Telegraaflezers en Wilderstemmers (de nieuwe conservatieven en de maatschappelijke teleurgestelden in het Motivaction onderzoek naar leefstijlen) voldoende mogelijkheden zijn om deel uit te gaan maken van de NPO. Kijk naar de komst van omroepen als BNN, Max en Llink in de afgelopen jaren. Je kunt je inderdaad afvragen waarom de nieuwe stromingen die sinds 2002 hebben aangediend slecht vertegenwoordigd zijn in de media, maar niets verhindert dat zij weekbladen (Opinio), dagbladen, websites (Geenstijl.nl) of omroepen oprichten die hun geluid laten horen. Bovendien zijn er nog de commerciële omroepen met programma’s als Hart van Nederland, waar deze groepen (volgens Hagoort) wel naar kijken.

Het probleem is natuurlijk dat de publieke omroep in een soort spagaat zit: een de ene kant dienen de omroepen maatschappelijke stromingen te vertegenwoordigen, aan de andere kant wil de Publieke Omroep als geheel concurreren met de commerciële zenders, vandaar ook de zenderprofilering op de drie netten, die overigens was gebaseerd op de Motivaction lifestyle indeling (en niet op de maatschappelijke stromingen).