dinsdag 12 maart 2024

Review onderzoek UMCG: "Ruim één op de tien jongeren heeft tijdens de vroege tienerjaren de wens van het andere geslacht te willen zijn. Naarmate kinderen ouder worden, verdwijnt deze wens vaak."

“I wish to be of the opposite sex.”

"UMCG-onderzoek: twijfels over gender bij jongeren op latere leeftijd vaak weg. Dit blijkt uit het onderzoek Development of Gender Non‐Contentedness During Adolescence and Early Adulthood, gepubliceerd in Archives of Sexual Behaviour.” 

In het persbericht van het UMCG legt onderzoeker Sarah Burke uit dat het relatief vaak voorkomt dat jongeren vragen en twijfels hebben rondom hun genderidentiteit, maar dat dit hoort bij de puberteit en dat het normaal is. Hoewel de onderzoeksresultaten opvallend zijn -genderissues komen blijkbaar veel voor bij jongeren-  is er in de media maar weinig aandacht voor. NOS Nieuws en het Dagblad van het Noorden schrijven erover, maar voor de rest blijft het stil (zie aan het eind van dit stuk voor vervolgpubliciteit). 

En dat is jammer want dit onderzoek sluit aan bij de discussie over de oorzaken van de snel groeiende vraag van jongeren naar transzorg en de lange wachtlijsten. Op X zagen zowel de critici van die transzorg, als de belangenbehartigers het onderzoek als bevestiging van de eigen standpunten. Zie je wel: de gendertwijfel is bij veel jongeren tijdelijk, dus extra voorzichtigheid is geboden met ingrijpende behandelingen als puberteitsremmers. Of, zie je wel; er is een kleine groep bij wie de genderonvrede sterker wordt, dus die transzorg is hard nodig. 

Het onderzoek stelt dus dat er relatief veel jongeren zijn die op enig moment bezig zijn met het idee dat ze liever van het andere geslacht willen zijn. Maar liefst 19 procent van de onderzochte jongeren van 12 tot 25 speelt op enig moment wel eens met die gedachte. Bij kinderen van 12 zegt tien procent dat wel eens te denken, maar bij de meeste jongeren verdwijnt dat naarmate ze ouder worden. Behalve bij een kleine groep van twee procent bij wie dat gevoel juist sterker wordt naarmate ze volwassen worden. Dat komt vaker voor bij meisjes en bij jongeren met psychische klachten. 

Dat klinkt aannemelijk allemaal: maar hoe is dit precies onderzocht en is er wel voldoende bewijs voor deze conclusies? Zijn jongeren wel zoveel bezig met die zogenaamde genderonvrede? Neemt dat gevoel inderdaad af als ze opgroeien? En hoe zit het met die kleine groep bij wie dat gevoel toeneemt? Bij nadere beschouwing duiken de nodige conceptuele en methodologische problemen op, waardoor de conclusies minder stevig zijn dan ze worden gepresenteerd. 

Het lijkt erop dat deze studie de genderonvrede onder jongeren behoorlijk overschat, zowel kwantitatief als kwalitatief. Dat komt door de vage definitie van genderonvrede, het gebruik van maar één stelling met beperkte antwoordmogelijkheden en het boven op elkaar stapelen van resultaten. Bovendien is er in de loop der jaren een enorme uitval, waardoor conclusies over toe- en afnames wankel zijn. En de data van de algemene groep lopen maar tot 2016, dus van voor de grote toename bij de genderklinieken. 

vrijdag 16 februari 2024

Transgender mensen in de VS: vooral jong, non-binair en geboren als vrouw

In februari 2024 verschenen de voorlopige resultaten van “The 2022 U.S. Transgender Survey,” in opdracht van the National Center for Transgender Equality.  Doel van de uitgebreide vragenlijst is om de ervaringen van transgender mensen te beschrijven. 


Ruim 90.000 mensen ondervraagd


Het onderzoek is gebaseerd op 92.329 respondenten vanaf 16 jaar, onder wie 84.170 mensen ouder dan 18 jaar. De onderzoekers claimen representativiteit op grond van extra weging van verschillende factoren zoals leeftijd, ras/etniciteit, opleiding en regio om vertekening in de steekproef te voorkomen. Het onderzoek heeft niet vastgesteld hoeveel transgender mensen er zijn op de totale populatie. Het voorlopige rapport geeft de eerste resultaten weer over de kenmerken van de respondenten


Geboren vrouwen in de meerderheid 


Die bevestigen het internationale beeld dat -in tegenstelling tot vroeger- de transgender mensen die als vrouw zijn geboren in de meerderheid zijn, namelijk 55 tegen 45 procent. 



Non-binair grootste groep, vooral geboren vrouwen 

woensdag 31 januari 2024

Hoeveel jongeren zeggen een transgender of genderdiverse identiteit te hebben? Een analyse van de cijfers uit onderzoek ‘Seks onder je 25e’.

Ruim 92.000 jongeren (tussen 12 en 25 jaar) identificeren zich als transgender, genderdivers of non-binair, dat zijn er bijna 29.000 meer dan vijf jaar geleden. Een toename van 45 procent. De toename komt vooral voor rekening van de meisjes die nu 63 procent van deze groep uitmaken. Vooral 'non-binair' en 'gendertwijfel' zijn sterk toegenomen in tegenstelling tot de transgender identiteit. Dat zijn de belangrijkste resultaten van het onderzoek Seks onder je 25e ten aanzien van genderidentiteiten. 

Onlangs verschenen de resultaten van het onderzoek 'Seks onder je 25e', dat om de vijf jaar wordt gehouden onder tienduizenden jongeren in Nederland. Dit is het vierde onderzoek na edities in 2005, 2012 en 2017. Uitgevoerd door Soa Aids Nederland en Rutgers in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het RIVM. 

In de media was vooral aandacht voor het feit dat de leeftijd voor de ‘eerste keer’ blijft stijgen. Maar het onderzoek stelt ook vragen over genderidentiteit. Jongeren is gevraagd of ze volgens hun gevoel een jongen, een meisje, tussen een jongen en meisje in, zowel jongen als meisje, of geen jongen en ook geen meisje zijn, zich anders te voelen of dit nog niet te weten. Als het antwoord ‘het tegenovergestelde van toegewezen sekse’ is, geldt dit als ‘transgender’ identiteit. De andere antwoorden vallen onder de categorie ‘genderdivers’. Als iemand zich geen jongen of meisje voelt betekent dat een non-binaire identiteit. De onderzoekers gebruiken dezelfde categorieën als bij de vorige editie in 2017, op één nieuwe antwoordcategorie na namelijk: ‘tussen jongen en meisje in.’ Zie Tabel 3.2.1 uit het rapport, pagina 28.

dinsdag 30 januari 2024

NPO/Human Medialogic documentary: "The battle for transgender care" is now available with English subtitles (2021)

Argos Medialogica Battle for Transgender Care

In Dutch with English subtitles here

Last summer, the transgender community protested against the problems in Dutch transgender care. Activists are given space in the media to express their concerns and grievances about this. They argue for a fundamentally different design of healthcare. But according to critics, there is little room in the Dutch media for possible downsides or trade-offs within this theme.

Argos Medialogica decided to investigate transgender care following an opinion piece in the NRC Handelsblad. Media sociologist Peter Vasterman argued that journalism does not report broadly and critically enough, for example about the possible role of social influences in young people's choice to transition. A discussion that, according to Vasterman, is being held abroad, but receives little attention in the Netherlands.

According to trans activists, the media spread trans hatred by paying attention to these critical questions. To what extent does this mean that as a journalist you should not publish about it? Shouldn't a scientist do research into it? Medialogic delves into the transgender dossier and investigates whether there is indeed more going on in transgender care than we see and hear in the Dutch press. And whether an open discussion about this is actually possible.

Documentary makers: Myrthe Buitenhuis and Martine Braam

Sunday, December 26 at 9:49 PM on NPO 2

In Dutch with English subtitles here




dinsdag 9 januari 2024

Radio 1, Wat zijn de oorzaken en gevolgen van de ruk naar rechts op 22 november?


In De Ronde Tafel van Roderick kijkt Roderick Veelo met zijn gasten terug op de politieke aardverschuiving van 22 november 2023. Hoe kan het dat de winst van de PVV als een verrassing werd gezien? Hoe gaat het nieuwe kabinet er uitzien? En wat zijn de lessen die de politieke partijen kunnen leren voor toekomstige verkiezingen? De antwoorden op deze vragen komen van: voormalig VVD-Kamerlid Han ten Broeke, mediasocioloog Peter Vasterman, onderzoeker en geograaf Josse de Voogd en oud-SP-Kamerlid Ronald van Raak.