donderdag 16 november 2023

Hoezo polarisatie en verharding van het debat over transgenderzorg? Radboud transgender rapport op de snijtafel

Het media-onderzoek van de Radboud Universiteit doet niet wat het belooft, namelijk onderzoeken wat de rol is van de (sociale) media bij de toename van de vraag naar transgenderzorg. Wel betrekken de onderzoekers over de media allerlei stellingen die ze helemaal niet onderzocht hebben.
Een kritische analyse van het hoofdstuk over de (sociale) media in dit onderzoeksrapport en een schets van de vraagstellingen die wel onderzocht hadden moeten worden. Door: Peter Vasterman, mediasocioloog.  


"Mijn gender, wiens zorg? Onderzoek naar de toename in en veranderingen van de vraag naar transgenderzorg." (2023). Auteurs: Enny Das, Marion Wasserbauer, Charlie Loopuijt, Ilona Plug, I., Aafke Uilhoorn,  Anna van der Vleuten & Chris Verhaak.

 




Download artikel in PDF

 

Inhoudsopgave

Inleiding

Samenvatting in 10 punten

De context: empowerment of contagion.

Hoe is de rol van de (sociale) media onderzocht?

Wat levert de inhoudsanalyse op?

Houding journalist problematisch

Berichtgeving positief: toch verharding en polarisatie?

Conclusies nieuwsmedia wankel

De Twitter analyse

Samenhang theorie en empirie zwak.

De zichtbaarheidstheorie en het media-onderzoek

Empowerment theorie gebaseerd op essentialisme

Tot slot

Eindnoten

 

-------------------------------------------------------------

 

Inleiding

    Hoe valt de sterke toename van het beroep op de transgenderzorg de afgelopen jaren te verklaren? En wat is de verwachting voor de toekomst? Dat was op verzoek van de Tweede Kamer de onderzoeksopdracht van het ministerie van VWS aan de Nijmeegse onderzoekers van de Radboud Universiteit.

    De belangrijkste conclusie van het rapport "Mijn gender, wiens zorg?" dat in mei verscheen, is dat niet valt aan te tonen dat de toename van de zorgvraag het gevolg zou zijn van een sterke toename van het aantal transgender personen. Wel zorgt gebrek aan maatschappelijke acceptatie (minderheidsstress genoemd) voor een groeiende vraag naar specialistische (lees medische) transgenderzorg. Maar volgens de onderzoekers is dat een fuik waardoor een maatschappelijk probleem wordt gemedicaliseerd met een medische behandeling als eindresultaat.

 

Mijn gender, wiens zorg? P. 3


    Wat de rol van de (sociale) media betreft concluderen de onderzoekers dat deze aan de ene kant meer herkenning bieden en meer zichtbaarheid, maar dat ze aan de andere kant zorgen voor verharding en polarisatie die acceptatie kan schaden.

"Aan de hoeveelheid en inhoud van de media kunnen we afleiden dat de zichtbaarheid van transgender personen in de afgelopen jaren is toegenomen. De toon van het debat is over het algemeen positief, maar verhardt en polariseert in de meest recente jaren." (p.67)

De sociale media bieden vooral mogelijkheden om de genderidentiteit te ontwikkelen via contacten met anderen met dezelfde gevoelens:


"Sociale media kunnen bijdragen aan het vinden van taal, informatie en lotgenoten." Maar: "Dit betekent niet dat een (cis- of trans-) persoon in interactie met de transgendergemeenschap tot transgender ‘gemaakt’ wordt." (p.30).

 

    Maar hoe hebben de onderzoekers dit onderzoek naar de rol van de (sociale) media aangepakt? Hoe is de berichtgeving onderzocht en hoe jongeren omgaan met sociale media? Zijn alle relevante vragen wel aan bod gekomen? Bijvoorbeeld over de invloed van de (sociale) media op de identiteitsontwikkeling van jongeren? Of bijvoorbeeld over de framing van transgenderissues in de berichtgeving? Wat valt er te zeggen over de wetenschappelijke kwaliteit van het onderzoek? Zijn de conclusies over de verharding en polarisatie gerechtvaardigd op grond van de inhoudsanalyse?

    Deze evaluatie van het Radboud media-onderzoek is belangrijk omdat het rapport een grote rol speelt in discussies over de sterke toename van het aantal jongeren dat een beroep doet op de transgenderzorg. In deze bespreking kijken we niet alleen naar de wetenschappelijke kwaliteit van het onderzoek, maar ook naar de onderzoeksvragen die op dit moment centraal staan in de mogelijke verklaringen voor de toename van het aantal transgender personen in de afgelopen jaren.





woensdag 1 november 2023

Statistieken transgenderzorg deel 2: nieuwe data aanmeldingen Amsterdam

Er zijn eindelijk actuele cijfers beschikbaar over het aantal aanmeldingen bij de genderkliniek in Amsterdam over de afgelopen vier jaar. Het Kennis- en Zorgcentrum voor Genderdysforie (KZcG) van Amsterdam UMC heeft een soort jaarverslag gepubliceerd, getiteld Samenwerken aan betere genderzorg dichter bij huis. Jaarbeeld 2019-2022. Het vorige rapport Genderzorg in ontwikkeling Jaarbeeld 2011 - 2018 dateert uit 2019. 

Bron Jaarbeeld 2019-2022

In het nieuwe rapport staan de cijfers over de aanmeldingen van 2019 tot en met 2022 in een grafiek uitgesplitst per maand. Het is niet duidelijk waarom de jaren per maand met elkaar worden vergeleken, dat zou alleen zin hebben als die registratie per maand bijzondere betekenis zou hebben. Dat lijkt hier niet het geval. Bovendien geeft deze grafiek geen goed beeld van de ontwikkelingen in die vier jaar. Als we alle cijfers vanaf 2000 tot en met 2022 bij elkaar zetten, zien we de volgende trends.