Inspirerende kritiek, polarisatie, een rituele stoelendans – wat volgde er op het verschijnen van een opiniestuk in NRC?
Gender
Peter Vasterman, mediasocioloog
‘Berichtgeving over gender-ingrepen bij tieners is te weinig kritisch. Steeds meer pubermeisjes melden zich bij genderklinieken. Nederlandse media moeten ook de keerzijde belichten, meent Peter Vasterman.” Dat stond in mei boven mijn opiniestuk over de vraag waarom de media met een grote boog heen lopen om de controverses die spelen in de transgenderwereld. Angst voor beschuldigingen van transfobie was mijn stelling, terwijl het wel de opdracht van de journalistiek is om kritisch te berichten over transgenderissues. „Dat is niet transfoob”, luidde de laatste zin.
Helaas bewees mijn artikel dat die angst voor transfobiebeschuldigingen terecht is. Er volgde een stortvloed aan reacties waarin toch wel erg vaak het woord ‘transfoob’ viel, naast termen als ‘onwetenschappelijk’, ‘gevaarlijk’, ‘suggestief’ en ‘respectloos.’ NRC werd bestookt met telefoontjes en (deels voorgekookte) e-mails, waarin excuses, rectificaties en soms zelfs het ontslag van de chef Opinie werden geëist. Het plaatsen van dit stuk zou mensenlevens in gevaar hebben gebracht.
Ook op sociale media ging het er wekenlang stevig aan toe. Maar er waren ook heel wat lezers die het terecht vonden dat dit onderwerp eindelijk aandacht kreeg in de media. En dat gebeurde daarna ook: na een radiodebat volgden interviews, columns, opiniestukken en zelfs een tv-programma.
Was het terugkijkend de moeite waard om al die transfobiebeschuldigingen te trotseren om het onderwerp aan de orde stellen?
Als pleiten voor kritische berichtgeving al ‘transfoob’ is, dan dient deze retoriek alleen nog maar om reputaties te beschadigen, niet meer om discriminatie te signaleren. Dus ja, het was de moeite waard: al was het alleen al voor die verontruste ouders die mij mailden over hun kinderen in transitie – „krijgt mijn kind de juiste diagnose en de juiste zorg?” – maar niets durven te zeggen. En u weet wel waarom.