Gepubliceerd in NRC Handelsblad op 25 juni 2013
De NOS heeft sinds
2010 geen ombudsman meer, maar een Commissie van deskundigen die de
‘ombudsfunctie’ waarneemt. Deze commissie adviseert ‘gevraagd en ongevraagd
over fundamentele vraagstukken inzake het journalistieke en maatschappelijke
functioneren van de NOS.’ Op verzoek van de NOS-directie besloot deze commissie
in januari 2012 de berichtgeving over COA-directeur Nurten Albayrak onder de
loep te nemen.
Aanleiding was controverse
over de uitzending van het NOS Journaal op 18 september 2011 waarin Albayrak op
basis van anonieme bronnen werd neergezet als een geldverspillende ‘zonnekoningin’
en een ‘despoot’ die een ‘angstcultuur’ had gecreëerd bij de organisatie voor
de opvang van asielzoekers. Wederhoor ontbrak op tv, daarvoor verwees de
nieuwslezer naar de website van de NOS. De onthulling leidde tot een schorsing
en uiteindelijk tot het ontslag van Albayrak.
Critici spraken van incompetente onderzoeksjournalistiek en trial by media, maar de Raad voor de Journalistiek oordeelde
in april 2012 dat de NOS alleen op het punt van wederhoor tekort was geschoten.
Inmiddels is het
onderzoek van de Commissie al bijna een jaar geleden afgerond, maar is de
inhoud van het rapport nooit bekend gemaakt. Behoudens een onopvallend zinnetje
in het Jaarverslag van de NOS dat in april 2013 verscheen. De commissie
‘oordeelt positief over het journalistieke proces dat tot de berichtgeving
heeft geleid, al heeft de Commissie wel een paar opmerkingen over de wijze
waarop een en ander in beeld is gebracht.’
Omdat ik bezig was
met een hoofdstuk over schandalen waarin ook de affaire Albayrak aan bod zou
komen, dacht ik in oktober vorig jaar in alle onschuld dat ik dat rapport van
de Commissie wel even kon opvragen. Wekenlang bleef het stil. Pas na herhaalde
verzoeken liet de secretaresse van NOS-directeur De Jong weten dat ‘de
bevindingen van de Commissie niet per definitie openbaar zijn.’ Daar beslist de
directie over. ‘Wij kunnen uw verzoek om toezending derhalve niet honoreren.’
Eind januari heb ik opnieuw gemaild om te kijken of de directie al een beslissing
had genomen, maar er kwam geen reactie meer van de NOS. In juni probeerde ik
het opnieuw, ditmaal kwam er wel een antwoord: ‘de NOS-directie heeft besloten
het volledige advies van de Commissie van Deskundigen voorlopig niet openbaar
te maken.’
Dus in het kader van
de transparantie en maatschappelijke verantwoordelijkheid stel je zelf een
commissie in die je de opdracht geeft om een controversiële kwestie te
evalueren en vervolgens besluit je dat het resultaat geheim blijft. Dat is des
te merkwaardiger omdat de Commissie grotendeels positief geoordeeld heeft over
de NOS.
Deze hele gang van
zaken maakt duidelijk dat de NOS nog steeds niet goed heeft geregeld hoe de
belangrijkste nieuwsorganisatie van het land verantwoording aflegt over haar
journalistiek beleid. Merkwaardig is ook dat de NOS nog steeds geen handvest
heeft dat leidend is voor het journalistieke beleid. Zelfs commerciële media
als de Volkskrant en NRC Handelsblad hebben uitgebreide ‘stijlboeken’ waar
redacteuren aan gehouden kunnen worden, bijvoorbeeld bij het gebruik van
anonieme bronnen.
Volgens het
Jaarverslag hanteert de NOS ‘de hoogste journalistieke eisen van
zorgvuldigheid, betrouwbaarheid, ongebondenheid, pluriformiteit en
onbevooroordeeldheid.’ Maar een concrete uitwerking ontbreekt. Vergelijk dat
eens met de Editorial Guidelines van de BBC, een openbaar, 215 pagina’s tellend
document waarin is vastgelegd waar het publiek deze publieke omroep op kan afrekenen.
Er stond ooit een
twaalf punten tellende code op de website van de NOS met als laatste artikel: ‘De
NOS is een met publieke middelen gefinancierde onafhankelijke nieuwsorganisatie.
De NOS hecht aan een transparante werkwijze en legt daarover verantwoording
af.’ Helaas is dat verantwoording afleggen nog steeds niet verankerd in een
goede regeling waarin staat waar we bij de NOS op kunnen rekenen.