De onderzoekscommissie vindt dat de media gewoon hun werk deden in Haren, maar volgens Peter Vasterman ging dat veel verder.
Gepubliceerd in NRC Handelsblad 13 maart 2013woensdag
Tevreden kon NOS-verslaggever Jeroen Wollaars
na de presentatie van het rapport Cohen afgelopen vrijdag melden dat de media
in ieder geval ‘neutraal’ over Project X Haren hadden bericht. Op de avond van
de rellen sprak hij zelf - live in de uitzending - nog over een ‘mediahype’.
Volgens de commissie Cohen hebben de media -
op een paar uitzonderingen na - geen grote rol gespeeld in de mobilisatie van
jongeren om naar Haren te gaan. Wel signaleert Cohen dat de massale
aanwezigheid van journalisten en cameraploegen op vrijdagavond als een magneet
op de rellende jongeren heeft gewerkt. Maar ja, het was nieuws, dus het was hun
taak om er verslag van te doen.
De conclusie dat de media geen doorslaggevende
rol hebben gespeeld in de dagen voor de rellen is onder meer gebaseerd op
wetenschappelijk onderzoek naar de 52.277 berichten op Facebook over Project X
Haren.
Centraal in dat onderzoek staat de stelling
dat er al een al een ‘kritieke massa’ was bereikt op Facebook vóór het moment
dat de media aandacht gingen besteden aan Project X Haren in de loop van de dag
op dinsdag 18 september. Die nieuwsgolf begint met een artikel in Trouw dat
meteen door alle andere media wordt overgenomen met als (onjuiste) invalshoek
dat de gemeente Haren al een noodverordening heeft klaarliggen. Veel websites
linken naar de promotiefilmpjes voor Project X Haren en de Facebook pagina. Ook
3FM haakt in.
Deze publiciteit zorgt voor een ware explosie
van berichten op Facebook op dinsdag en een ruime verdubbeling van het aantal
aanmeldingen tot 10.000. Die trend zet door op de volgende dagen met
uiteindelijk ruim 30.000 aanmeldingen. Zo’n tien tot vijftien procent daarvan
is ook naar Haren afgereisd.
Volgens het onderzoek is echter op maandag 17
september al een kritieke massa bereikt op Facebook, het moment waarop het
proces ,,als het ware vanzelf gaat lopen”. Helaas geven de onderzoekers geen
definitie van dat omslagpunt en geen criteria voor het vaststellen ervan. In
een voetnoot melden ze:
“Een kritieke massa wordt gevormd bij een niet exact
aan te duiden omslagpunt in het aantal aanmeldingen, verbindingen of andere
deelnemingen. Op dit punt vindt in elk geval een duidelijke versnelling plaats”.
Er waren op die maandag van de vermeende ‘kritieke
massa’ namelijk 615 berichten, dat zijn er inderdaad meer dan in de voorgaande
dagen, met gemiddeld tussen de 100 en 200 berichten. Maar op dinsdagmiddag
nadat de media er aandacht aan hebben besteed verschijnen er binnen enkele uren
maar liefst 5.949 berichten, dat zijn er dus tien keer zoveel. Die stroom komt
pas eind van de middag op gang wanneer er soms in een uur tijd meer dan 800
berichten worden gepost, meer dus dan op maandag gedurende de hele dag. Ligt
het dan niet voor de hand om die explosie van berichten als het omslagpunt te
zien in plaats van de kleine toename op maandag? Tot ‘s middags 18 september
zijn er 720 bezoekers, daarna komen er in korte tijd nog ruim 9.000 mensen bij
als gevolg van de media-aandacht. In tal van berichten maken de bezoekers daar
enthousiast melding van: ,,De NOS linkt het evenement ook gewoon, kortom nog
meer mensen op aanwezig, hahaha!” Ter ondersteuning van hun betoog over de
omslag op maandag citeren de onderzoekers overigens reacties die pas op dinsdag
op Facebook zijn verschenen.
Maar als de media dan niet zo’n belangrijke
rol hebben gespeeld, waarom maken de onderzoekers in hun rapport dan tientallen
keren melding van de ‘mediahype’ die tijdens de aanloop “in volle gang is”? Een
definitie van dat verschijnsel ontbreekt.
,,Deze mediahype is zeker niet alleen een zaak
geweest die de traditionele massamedia hebben veroorzaakt en gedragen maar ook
de andere media, van de nieuwe telecommunicatiemedia tot gesprekken tussen
mensen, dat wil zeggen zowel online als offline media”, vinden de onderzoekers.
Maar als alles en iedereen erbij betrokken is, waarom noem je het dan een
mediahype? En hoe verhoudt deze zich dan tot de conclusie dat de media ‘neutraal’
hebben bericht over Project X Haren?
De onderzoekers nemen nergens de moeite om centrale begrippen te definiëren en te operationaliseren. Dat geldt ook voor
de theorie van de ‘kritieke massa’ op Facebook voordat de media lucht kregen
van het feestje. De cijfers wijzen er eerder op dat de media voor het
omslagpunt hebben gezorgd.
Peter Vasterman is mediasocioloog aan de
Universiteit van Amsterdam.