De Stem, 14 april, 1998
Door Marieke de Wit
'Bijlmerramp, de media laten het liggen' Journalisten laten zich al snel leiden door wetenschappelijke onderzoeksresultaten. Bij het jongste onderzoek naar het uraniumgehalte in de ontlasting van betrokkenen bij de Bijlmerramp, was dat ook weer het geval. De cijfers werden pas na een paar dagen kritisch bekeken. Maar toen was het leed al geschied.
Groot nieuws afgelopen zaterdag in het NOS Journaal: volgens de stichting Visie bevatte het bloed en de ontlasting van twee mensen die aanwezig waren bij de wrakstukken van de neergestorte Israelische Boeing in de Bijlmer een verhoogd percentage uranium. De media kwamen als vliegen op de stroop af. De onrust onder betrokkenen werd gepeild, beschreven en groeide als gevolg daarvan alleen maar. De Tweede Kamer maakte zich op voor een spoeddebat. Hoe kan een onderzoek dat niet blijkt te deugen zoveel commotie tot gevolg hebben, ook in de kolommen van deze krant?
Bijlmerramp
"Veel over de Bijlmerramp is nog niet opgehelderd," zegt Peter Vasterman, docent massacommunicatie aan de School voor de Journalistiek in Utrecht en specialist op het gebied van zogenoemde 'mediahypes'. "En dus is het goed dat er aandacht aan dit onderwerp wordt besteed. Maar de manier waarop dat gebeurt is oneerlijk. De opgewonden toon waarop het nieuws wordt gebracht, heeft een enorme impact. Daardoor raken mensen verontrust. Nu het onderzoek niet blijkt te kloppen, is die verontrusting niet zomaar verdwenen."
Dit geval staat niet op zichzelf. Onrustwekkende cijfers worden gebracht in de media, voordat kritisch is gekeken naar de betrouwbaarheid ervan. Vasterman: "Onderzoeksresultaten worden over het algemeen heel serieus genomen door de media. Er wordt te weinig moeite gedaan om ze goed te controleren. Een landelijke krant schreef maandag dat het onderzoek was uitgevoerd in opdracht van de 'onafhankelijke stichting Visie'. Dat suggereert een onpartijdigheid waarvan in werkelijkheid geen sprake is. De stichting Visie heeft wel degelijk belangen: ze wil verder onderzoek naar de gevolgen van de Bijlmerramp en hoopt dat via aandacht in de media te bereiken."
Gebruiken
Het is een spel van gebruiken en gebruikt worden. De media hongeren ernaar te scoren met groot nieuws, actiegroepen willen aandacht en extra geld voor de zaak waar ze voor ijveren. En dan is er nog de politiek, die weer heel eigen belangen heeft: de gunst van de kiezer.
Huub Wijfjes, verbonden aan de afdeling geschiedenis en journalistiek van de universiteit Groningen: "De krant spreekt van 'mogelijk grote gevolgen voor de volksgezondheid' en onze volksvertegenwoordigers gaan meteen vragen stellen in de Kamer. Een overreactie. Maar ze willen laten zien dat ze onze belangen goed behartigen, 'kijk mij eens actief en waaks zijn.' In verkiezingstijd is dat goed scoren."
Naast het vertrouwen dat media hechten aan onderzoeksgegevens, speelde in dit geval ook nog mee dat het om verarmd uranium ging. Die term roept al snel de associatie met een kernramp op, aldus Wijfjes. "Journalisten kunnen niet beoordelen wanneer uranium schadelijk is en wanneer niet. Maar ze denken: het is radioactief, dus het is niet pluis."
Zwartepiet
De grootste zwartepiet gaat volgens Vasterman uit naar het NOS Journaal van zaterdag, dat de feiten als eerste bracht. Het Journaal pakte fors uit met het nieuws, zelfs H. de Jonge van stichting Visie zei achteraf geschrokken te zijn van de stelligheid waarmee de onderzoeksresultaten werden gebracht. Vasterman: "Stichting Visie schakelt de media in, maar de verslaggevers van het Journaal hadden hun gretigheid naar groot nieuws moeten intomen om de feiten goed te checken."
Maar dat is niet gebeurd. En dus ontstond na het NOS Journaal van zaterdag een kettingreactie in de media. Elk nieuw feitje was aanleiding voor een bericht, steeds werd weer vanuit een andere hoek het licht op de zaak geschenen. De onrust van de Bijlmerbewoners kwam aan bod, de betrouwbaarheid van het onderzoek werd aan de kaak gesteld en De Jonge van Visie mocht zijn zegje doen. Maar niet een medium bracht het hele verhaal.
"De media worden steeds oppervlakkiger en vluchtiger," stelt dr. J van Ginneken, deeltijddocent bij de vakgroep communicatiewetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. Hij schreef een boek over de snelle verschuivingen van perceptie in het nieuws en is nu bezig met een boek over kettingreacties in de media. "Het moet allemaal vlug vlug vlug. Journalisten bellen wat rond naar aanleiding van een nieuwsfeit en transformeren de informatie die ze krijgen in een paar uur tot een bericht."
Informatie
Volgens hem was al vanaf 1992 duidelijk dat de officiele informatie over de Bijlmerramp niet klopte. "Maar vrijwel geen enkele krant trekt er geld voor uit om journalisten vrij te maken die dat uitzoeken. Journalisten houden een Kuifje-imago op, presenteren zich graag of ze achter het nieuws aan rennen, maar in werkelijkheid geven ze vaak tweedehands informatie door, zonder zelf de onderste steen boven te halen."
De huidige aandacht in de media voor de gevolgen van de Bijlmerramp hoont hij weg. "Mediahype? Dit is eerder een omgekeerde mediahype. Misschien is er nu sprake van een mini-relletje. Maar de manier waarop de afgelopen vijf jaar over de Bijlmerramp is bericht, is een goed voorbeeld van grove nalatigheid van de media."