vrijdag 27 maart 2020

“Ja maar bij de gewone griep zijn er in sommige jaren ook duizenden doden extra.”


In veel discussie over het coronavirus wordt er op gewezen dat er ieder jaar wel vele duizenden mensen overlijden door de jaarlijkse griep. ‘Oversterfte’ wordt dat genoemd omdat die aantallen pas achteraf naar voren komen als golven in de sterftecijfers. Doodgaan aan de griep wordt niet apart geregistreerd, omdat die vaak al verzwakte oudere patiënten overlijden door een longontsteking. Normaal is de oversterfte enkele duizenden gevallen maar soms zijn er zelfs met uitschieters tot bijna tienduizend extra doden zoals in de winter van 2017/2018. Er vielen toen dus ook maandenlang honderden doden per week. En inderdaad heeft de jaarlijkse griepepidemie in die winter ook voor een capaciteitscrisis gezorgd bij de een aantal ziekenhuizen.

Veel media aandacht was er niet voor die griepepidemie zeggen de critici, een groot contrast met de overweldigende berichtgeving over het coronavirus. Maar er is natuurlijk een groot verschil, de jaarlijkse griepepidemie is een bekend risico, dat soms mee en soms tegenvalt. Maar we zijn er aan gewend en over het algemeen is de zorgcapaciteit toereikend om de golf van patiënten op te vangen. Het is bekend dat de sterfte door de gewone griep gemiddeld 0,2 procent is en vooral ouderen treft met zogenaamd ‘onderliggend lijden’. Zoals sommige artsen stellen, ze overlijden mét en niet aan de griep.

Het grote probleem en dat maakt de vergelijking met de gewone griepdoden ook tamelijk onhoudbaar is natuurlijk dat het bij het corona virus om een onbekend risico gaat waarvan de virologen niet weten of de sterfte overeenkomt met de gewone griep of misschien wel tien of twintig keer zo groot is.
Over het algemeen wordt de sterfte en de besmettelijkheid bij het uitbreken van een nieuwe epidemie te hoog ingeschat, dat was bij de Mexicaanse griep zo in 2009 en dat lijkt nu weer het geval bij Corona.
Volgens de eerste schattingen bij de corona uitbraak zou 40 tot 70 procent van de bevolking besmet raken en met een geschat overlijden van 3 tot 4 procent zou er in Nederland al snel sprake kunnen zijn van honderdduizenden doden. Naarmate de epidemie zich uitbreidde over de hele wereld werd duidelijk dat de schattingen flink omlaag konden, maar veel zekerheid was en is er nog steeds niet. Zelfs bij een sterfte van een half procent, afhankelijk natuurlijk van het aantal besmettingen, zou de acute zorg in Nederland behoorlijk in de problemen komen. Zolang die onzekerheid zo groot is zal alle aandacht naar de nieuwe pandemie uitgaan.

De huidige onzekerheid over het aantal besmettingen, de verspreiding van het virus en de overlijdensrisico’s heeft geleid tot de ongekend zware overheidsmaatregelen die het hele land tot stilstand hebben gebracht en die de economie enorm schaden. Vandaar ook de enorme focus van de media op de aantallen doden door het coronavirus. Dat de coronadoden zoveel meer aandacht krijgen dan de ‘gewone’ griepdoden in de afgelopen jaren heeft vooral met die onzekerheid te maken: het gaat niet om de aantallen doden van vandaag maar om de trend. Is er sprake van een exponentiële groei zodat we binnen een week op duizenden doden zitten en binnen enkele maanden op tienduizenden, of valt het mee? Dat is de ratio achter al die media-aandacht. En natuurlijk schieten de media af en toe flink door: waarom twee pagina’s in de krant over het overlijden van een 87-jarige man die al aan de nierdialyse was? Maar het is volkomen begrijpelijk dat alles en iedereen gefocust is op de laatste cijfers van het RIVM. Het relativeren van de corona epidemie door te wijzen op de jaarlijkse griepdoden is dan ook weinig zinvol. De situatie is totaal anders omdat de overheid snel moet handelen op grond van buitengewoon onzekere perspectieven.

 ‘Het middel is erger dan de kwaal’
Daarnaast is er discussie onder de noemer ‘het middel is erger dan de kwaal’; het scherpst aan de orde gesteld door Ira Helsloot die er in een interview met de Volkskrant van 24 maart op wijst dat de overheid met deze maatregelen misschien wel honderd keer meer uitgeeft voor een gewonnen levensjaar dan de gebruikelijke norm van ongeveer €80.000. Het gaat bij de corona overlijdensgevallen immers over het algemeen om zieke ouderen die toch is weinig jaren voor de boeg hadden. Als de sterfte 0,1 procent is, zoals Helsloot verwacht, geeft de overheid 8 miljoen per gewonnen levensjaar uit, honderd keer zoveel dus. De rationele rekensom klopt en zelfs bij een sterfte van 1 procent geeft de overheid nog tien keer teveel uit aan de gewonnen levensjaren van tachtigplussers.

Dat levert discussie op over de solidariteit tussen de generaties: is het wel nodig om de economie op slot te gooien voor het redden van ouderen? In het Verenigd Koninkrijk was vorige week de hashtag ‘Boomer Remover’ al trending. De pandemie als oplossing om van de babyboomers af te komen. Maar het probleem is natuurlijk niemand weet wat er gebeurd zou zijn als er géén maatregelen waren genomen om de epidemie in te dammen. Ziekenhuizen die overspoeld worden door doodzieke corona patiënten, ic afdelingen die worden afgesloten, familieleden die ic-artsen bestormen, mensen die op de gang overlijden, stoffelijke overschotten die blijven liggen, de chaos zou niet te overzien zijn. Die beelden zouden enorme verontwaardiging oproepen en geen enkele regering zou die crisis overleven.