Inleiding t.g.v. de lustrumconferentie van de Master Journalistiek van de UvA op 19 februari 2016.
Peter Vasterman
In 1993 was internet een
knipperende Unix cursor, waar je allerlei ingewikkelde commando’s op los moest
laten. Daarna kwam Gopher, en in 1995
het World Wide Web. In 1996, nu
precies twintig jaar geleden gaf ik samen met Francisco van Jole een
presentatie in De Balie over de betekenis van internet voor een zaal vol journalisten.
(ik demonstreerde de zoekmachine, nieuwsgroepen en de website van CNN).
Toen hadden we al een discussie over de al dan niet negatieve gevolgen voor de
journalistiek.
Daarna ging het hard, met het WWW
en de vele nieuwe toepassingen, de website,
email, weblogs, user generated
content, Web 2.0, en de sociale
media: Facebook, Instagram, Pinterest, Whatsapp en Twitter. En niet te vergeten de ipad,
de smartphone en de vele apps. In de tussentijd stortte de
–betaalde- journalistiek behoorlijk in; dalende oplagecijfers, dalende
advertentie inkomsten en de opmars van gratis nieuws op de app.
Er is in de afgelopen twintig jaar
heel wat af gediscussieerd over de toekomst van de journalistiek en wat de
klassieke journalistiek, in de VS legacy
journalism genoemd, zou moeten doen in het digitale tijdperk. Een telkens
terugkerend mantra daarin is de stelling dat de journalistiek, en met name de
dagbladsector een conservatief bolwerk is dat niet of veel te laat reageert op
nieuwe digitale ontwikkelingen, waardoor de boot voortdurend wordt gemist. En
als er wel iets werd ondernomen, heette het “een defensieve innovatie.”
Mijn stelling hier vandaag is
tegenovergesteld: de journalistiek heeft juist voortdurend –als verblinde
angsthazen- te veel de oren laten
hangen naar de fraaie, onweerstaanbare verhalen van de nieuwlichters met hun
digitale kastelen in the cloud.
En soms met rampzalige gevolgen, honderden miljoenen zijn door verkeerde
investeringen, mislukte lanceringen en zinloze overnames in rook opgegaan. Het
kan toch geen toeval zijn dat zo’n beetje de hele dagbladsector, uitgezonderd
TMG van de Telegraaf in handen is van
relatief bescheiden Belgische krantenuitgevers? Overgenomen uit de leeggezogen
boedel van private equity ‘sprinkhanen’
zoals Apax en Mecom. Dat zagen we in 1996 niet aankomen.
Om deze stelling te onderbouwen
maak ik gebruik van de bekende Hype Cycle
theorie van Gartner, een consultancy bureau in de VS dat bedrijven adviseert om
het goede moment te kiezen om in te stappen in een nieuwe technologie.[1]
Hoe zitten hype cycles rond
innovaties in elkaar?
Er zijn vijf fasen.
- De technologische trigger: een potentieel interessante innovatie zorgt voor veel publiciteit in de media (er is vaak nog geen product of commerciële toepassing).
- Een piek in overspannen verwachtingen: succesverhalen zorgen voor kuddegedrag, iedereen stort zich op de nieuwe technologie, en dat levert nog veel meer publiciteit (en geld) op. Een zelfversterkend effect.
- De diepe put van de teleurstelling (Trough of Disillusionment): de belangstelling neemt af na een reeks mislukkingen, bedrijven haken af, investeerders raken veel geld kwijt. Weer een zelfversterkend effect.
- De langzame weg bergopwaarts (Slope of Enlightenment), dankzij het verder uitkristalliseren van de toepassing in tweede of zelfs derde generatie producten. Voorzichtige investeringen.
- Het plateau van productiviteit: mainstream bedrijven gaan er mee aan de slag. Brede toepassingen, eindelijk winstgevend, maar niet in de zin van de overspannen verwachtingen in het begin.
Met de aantekening dat sommige
toepassingen onderweg blijven steken en we nooit meer iets horen van al die
hippe startups. Succes is duidelijk niet gegarandeerd in de Hype Cycle.
Naar mijn idee heeft die Hype Cycle zich ook voortdurend
voorgedaan in ons land in de journalistieke sector. Sterker nog de
journalistiek is telkens weer in de val getrapt van de overspannen
verwachtingen bij nieuwe technologische toepassingen die nooit worden ingelost
en die de sector van de regen in de drup hebben geholpen.
Toevallig hoorde ik vorige week dat
de neergang van Twitter alweer heeft ingezet, vooral jongeren haken massaal af,
het zijn vooral actievoerders, querulanten en professionals die twitteren, de
doorbraak naar het grote publiek is uitgebleven. Nog even en we kunnen Twitter
bijzetten in het ‘museum van de toekomst van het nieuws’.
Naast de (dikbetaalde) bloggers, de
live bloggers, de burgerjournalistiek, de podcast, de vodcast, de camjo, de
crossmediale journalistiek, het snowfallen, de longreads, de user generated
content, de hyperlocal journalism, the we media, the participative journalism, etc. En niet te vergeten: de journalist
als ondernemer, de journalist als merk, de vloeibare journalistiek en de constructieve
en de transparante journalistiek.
De werking van de Hype Cycle is duidelijk zichtbaar: zodra zich iets nieuws aandient, schieten de verwachtingen torenhoog de lucht in, de sky is the limit, het einde van de oude journalistiek is nabij, de bloggers nemen het over van de journalisten. Of Twitter wordt de nieuwe nieuwsverslaggeving. Of hyperlocal is de échte redding. Een bekend patroon is dat iedereen die vraagtekens zet bij al deze opwinding meteen wordt weggehoond als een fossiel uit een voorbij tijdperk. Vage metaforen, buzzwords en oneliners domineren (‘vloeibare journalistiek’, ‘digital first’, ‘publiek weet meer dan ik.’). De nieuwe technologie of de nieuwe journalistieke toepassing wordt verabsoluteerd tot de panacee voor alle problemen in de journalistiek (Morozov: ‘To save everything, press here’).
Dat gaat gepaard met een naïef
idealisme: in al die plannen komen alleen idealistische burgers voor die
dolgraag het werk van journalisten gaan overnemen t.b.v. het algemeen belang. Journalisten
moeten vooral samenwerken met die burgers en de ‘community’ dienen. Het
ontbreekt de vernieuwers doorgaans aan een maatschappijvisie, er is een goede
reden voor de journalistiek om juist boven de partijen te willen staan. De
burger bestaat niet, er zijn alleen burgers met belangen die elkaar naar het
leven staan. (Daar is de parlementaire democratie voor uitgevonden om die
belangenstrijd te pacificeren).
Deze grenzeloze naïviteit leidt tot
slechte adviezen aan de journalistiek en overhaaste investeringen die nieuwe
initiatieven. Een paar voorbeelden: al die gratis content op de kranten en tijdschriften websites, de Volkskrantblogs, de website Skoeps, de gratis krant Dag, video’tjes op krantensites, Dichtbij.nl, etc.. Initiatieven die na
enige tijd weer kopje onder gaan, omdat de kwaliteit ver achter blijft bij de
verwachtingen en er zelden geld mee wordt verdiend. Op die manier heeft de
Nederlandse dagbladpers vele miljoenen over de balk gesmeten. Bijvoorbeeld: TMG
kocht Hyves voor 50 miljoen (daarna bijna volledig afgeschreven) en verloor
meer dan 150 miljoen op het Duitse ProSiebenSat.1. De Volkskrant investeerde zo’n 25 miljoen in de gratis krant Dag (samen met KPN), en een onbekend
bedrag in Volkskrantblogs en Skoeps (samen met Talpa). De ‘nieuwe
media experts’ gingen dan vervolgens uitleggen dat hun ideeën niet goed waren
uitgevoerd. Of waren alweer pleitbezorger van een nog veel ‘nieuwere’ innovatie.
Uiteindelijk geheel volgens de Hype Cycle klimt men weer uit het dal en
worden er zinvolle journalistieke toepassingen gevonden van de nieuwe
technologieën of sociale netwerken. En komen er interessante journalistieke
vernieuwingen tot stand. Daarover gaat straks het tweede panel.
Voor de discussie heb ik mijn
betoog samengevat in drie stellingen:
Stellingen.
- Innovaties gaan vaak gepaard met naïef idealisme over goedwillende burgers die het werk van professionele journalisten gaan overnemen
- Te vaak is een nieuwe technologische ontwikkeling uitgeroepen tot dé oplossing van alle problemen in de journalistieke sector
- De media zijn te vaak ingestapt op het verkeerde moment, namelijk in de fase van de Overspannen Verwachtingen met als gevolg dat honderden miljoenen in rook op zijn gegaan die niet zijn geïnvesteerd in een gezonde bedrijfsvoering zoals de Belgen hebben gedaan.
[1] Mastering the Hype Cycle: How
to Choose the Right Innovation at the Right Time. Door Jackie Fenn en Mark
Raskino http://whatis.techtarget.com/definition/Gartner-hype-cycle