vrijdag 14 januari 2011

Weer werd bedrijfsbrand ‘nationale ramp’

In Moerdijk schieten overheid en media ernstig tekort, zoals altijd bij incidenten met gevaar voor de gezondheid, meent Peter Vasterman.


Gepubliceerd in NRC Handelsblad op 13 januari 2011 en in nrc.next op 14 januari

De nasleep van de brand in Moerdijk laat weer het vertrouwde beeld zien van een overheid die er niet in slaagt om op een vertrouwenwekkende manier te communiceren, met ongeruste bewoners die duidelijkheid eisen over de risico’s en vooral met media die bol staan van verhalen over giftige stoffen en verontrustende koppen.

Als je die (242) koppen in de (14) landelijke dagbladen vanaf vorige week donderdag achter elkaar leest, zie je bekende dynamiek waarbij media, overheid en publiek elkaar opjagen en de mogelijke gevaren voor de volksgezondheid zo enorm worden uitvergroot dat ze niet meer in verhouding staan tot de reële risico’s.



Het begint de eerste dag redelijk rustig met ‘Brand Moerdijk’, gevolgd door ‘Veertig meter hoge steekvlammen en zwarte rookpluimen’, maar dan wordt het erger: ‘Inferno in Moerdijk’, ‘Het leek wel een vulkaanuitbarsting.’ En volgt het advies: ‘Houd deuren en ramen gesloten!’
Als de brand geblust is richten de schijnwerpers van de media zich op de verontrusting bij de bevolking: ‘Onrust na brand Moerdijk’, ‘Bij omwonenden Moerdijk knaagt onzekerheid.’ ‘De laatste controle was in orde,’ maar ‘Niemand vertelt wat het gif was.’ ‘Gelukkig is de groente al van het land’.
De volgende stap bestaat uit de jacht op informatie over de giftige stoffen en de mogelijke risico’s en dan komt als snel de overheid in beeld: ‘Aard van chemische stoffen onbekend.’ ‘Wat zit er in de wolk?’ ‘ANGSTWOLK.’ ‘Roet kan nog risico zijn na grote brand.’ De overheid komt onder vuur te liggen: ‘Communicatie met bewoners chaotisch en onduidelijk.’ Bovendien was er blijkbaar van alles mis bij het bedrijf: ‘Chemie-Pack eerder op de vingers getikt.’ Vervolgens neemt de verontrusting toe: ‘Chemisch inferno; “Ik vertrouw dit voor geen meter.’’ ‘Grote onrust om gifwolk; Veel last van prikkende ogen en lippen, droge keel en stank’. ‘Angst om gifbrand.’ ‘Natuurlijk zit de rook boordevol gevaarlijke stoffen.’ De onzekerheid is groot: ‘”Ernst van de ramp blijft nog lang onbekend”; Onderzoekers weten nog niet welke schadelijke stoffen kunnen zijn gevormd, en hoeveel.’

Het vertrouwen in de overheid neemt verder af: ‘Geruststelling kwam wel erg snel na brand Moerdijk; Wetenschappers waarschuwen voor onderschatten impact “chemische bom.”’ ‘Tonnen aan ziekmakers’, ‘Instanties creëren mist rond giftigheid stoffen.’ En: ‘Bluswater schadelijker dan gifwolk.’ Maar de verontruste hulpverleners en bewoners moeten geduld hebben: ‘Zeker 2 dagen wachten op giftest Moerdijk.’

Er staan hier en daar ook geruststellende verhalen in de media: ‘Wat mis is, is niet per se gevaarlijk.’ ‘Geen gevaarlijke roetdeeltjes.’ ‘Bij ongunstige wind had de ramp veel groter kunnen zijn.’ Als vervolgens de onderzoeksresultaten van het RIVM bekend worden gemaakt (‘RIVM: Geen gevaarlijke concentraties gemeten’), leidt dat niet tot geruststelling, maar eerder tot verwarring: ‘Wel degelijk gif in rook en roet,’ ‘Giftige stoffen in sloten rond Chemie-Pack.’ ‘Deskundige: “Mensen moeten ver uit de buurt blijven.” ‘Zeer giftige stoffen Moerdijk gevonden.

En heel verdacht is ook: ‘Moerdijk geeft lijst giftige stoffen niet vrij.’ Gevolgd door de eerste ziekmeldingen: ‘Hulpverleners Moerdijk-brand ziek.’ ‘Zeker bij nablussen waren hulpverleners onbeschermd.’ Dan wordt de: ‘Giflijst toch openbaar.’ En dat blijkt een ‘Onoverzichtelijke gifcocktail’. Dat is toch buitengewoon verontrustend, maar er komt geen ‘Geen onderzoek naar gezondheid na brand.’ ‘Moerdijk vraagt om opheldering; Wat zat in die vrijgekomen stoffen?’ ‘Rookwolk Moerdijk toch giftig.’ De woede bij de bewoners neemt met de dag toe: De waarheid die willen we horen! ‘Lijst met chemicaliën: veel rottigheid bij elkaar.’ ‘Veiligheid is maar schijn.’ Minister Opstelten doet er nog een schepje bovenop door de brand een ‘ramp’ te noemen.

In dit stadium overheerst vooral de verwarring, ongeloof en wantrouwen als gevolg van al die dubbele boodschappen; ‘Pikzwarte rook, maar geen schadelijke stoffen.’ ‘Ramp schaadt gezondheid niet.’ ‘”Tien jaar geleden zeiden ze ook: ga maar rustig slapen.”’ ‘Vuurwerk vervuilt erger dan brand Moerdijk.’ ‘Weinig gif in roetdeeltjes Moerdijk.’ ‘PAK’s heb je ook bij de barbecue’. En dit bericht ‘OM klaagt Chemie-Pack aan’ versterkt het beeld van een groot schandaal in wording.
Terugkijkend op al die koppen in de kranten vraag je je toch af waarom het altijd zo moet lopen, met zoveel verwarring en verontrusting, terwijl de gezondheidsrisico’s –als we ons aan de feiten houden- toch tamelijk beperkt zijn gebleven en er zeker geen sprake was van een ramp.

Een deel van het antwoord ligt in de onmogelijke positie waarin de overheid zich bevindt: het is ondoenlijk om daags na de brand al een wetenschappelijk onderbouwde risico-inschatting te leveren waarin precies staat welke bewoners op welke termijn gevolgen zouden kunnen ondervinden. Ondanks dit gebrek aan feiten dient de overheid wel meteen te handelen, maar die voorzorgsmaatregelen leiden onherroepelijk tot meer verontrusting (‘zie je wel, er is toch iets aan de hand, anders zouden ze dat niet doen’). Dat versterkt weer de roep om totale openheid (‘wij willen de waarheid!’), waar de overheid niks mee kan. Het is wel verbazingwekkend dat de overheid er ondanks alle ondanks alle rampenplannen en crisiscommunicatietrainingen niet in slaagt om dat proces voor te zijn.
Het andere deel van het antwoord ligt bij de media: als het om giftige stoffen gaat slaan de stoppen al snel door op de redactie. Risico’s worden niet in een context geplaatst (het is giftig, dús een gevaar voor de volksgezondheid, ongeacht de blootstelling en de precieze waarden), verontrustende berichten krijgen meer aandacht dan geruststellende en de voorkeur gaat uit naar toxicologen die de gevaren benadrukken, niet naar al die collega’s die juist relativeren. Daarnaast is er tegenwoordig ook veel aandacht van de media voor het menselijke aspect: hoe ervaren de bewoners dit allemaal? En natuurlijk maken die mensen zich zorgen na al die verhalen over de ‘gifwolk’, de ‘chemische bom’ en het ‘gifcocktail’ dat blijkbaar over een deel van het land is uitgestort.

Ik denk dat het zinvol zou zijn als de media ook eens zouden nadenken over hun eigen verantwoordelijkheid in dit soort escalatieprocessen in plaats van alles bij ‘de overheid’ neer te leggen. Waarom zo’n enorm wantrouwen als er niet stante pede een risico-inschatting kan worden overlegd? Waarom niet meer aandacht voor alle nuances die horen bij de resultaten van wetenschappelijk onderzoek naar risico’s? En vooral: waarom niet meer geduld?