Gepubliceerd in Folia 63, 7, 9 oktober 2009
De afgelopen week is onze internationaal vermaarde viroloog Ab Osterhaus in opspraak geraakt vanwege vermeende belangenverstrengeling. Uit ‘onthullingen’ van het VPRO-radioprogramma Argos is gebleken dat de expert die maandenlang heeft gewaarschuwd voor de gevaren van de Mexicaanse griep samenwerkt met de farmaceutische industrie bij het ontwikkelen van vaccins tegen de griep.
Mij heeft die plotseling opduikende ‘affaire’ rond Osterhaus, die zelfs tot een spoeddebat in de Tweede Kamer heeft geleid, behoorlijk verbaasd. Er is namelijk helemaal geen sprake van ‘onthullingen’, alle informatie over zijn bedrijf ViroClinics en de contacten tussen Osterhaus en de vaccinindustrie was al lang en breed bekend. In een van de zeldzame kritische interviews (in de Volkskrant van 2 mei 2009) werd de kwestie al aan de orde gesteld: “De vaccinindustrie heeft baat bij uw doemdenken, u werkt voor de industrie. Is dat geen belangenverstrengeling?” Het antwoord van Osterhaus was duidelijk en hetzelfde als de afgelopen week: “Ik word er geen cent wijzer van. Ik adviseer bijna alle grote vaccinbedrijven. Dat maakt me onafhankelijk. (...) Adviezen lopen via een bedrijfje van het Erasmus MC. Geld dat binnenkomt, wordt teruggesluisd naar de universiteit voor onderzoek. (....) Geldstromen zijn transparant. Industriële contacten zijn op onze website terug te vinden. Iedereen kan zien wat ik doe.”
Het is dan ook de vraag waarom blijkbaar de tijd nu rijp was voor deze ‘nieuwe’ verdachtmakingen aan het adres van Nederlands bekendste viroloog. Ik denk dat er een psychologische verklaring voor is. Want, zoals de eindredacteur van Argos, Kees van den Bosch vorige week opmerkte in het journalistenpanel van de VPRO-radio vorige week: “We zijn allemaal een beetje boos op die Osterhaus.” Ik denk dat dit de verklaring is voor de affaire: maandenlang heeft Osterhaus in de media alle ruimte gekregen om te waarschuwen voor een dodelijke pandemie en nu het allemaal meevalt voelt men zich bedrogen. Dan slaat de stemming in de journalistiek om en moet er een zondebok komen. Ook als de bewijsvoering voor de belangenverstrengeling niet sterk is en het de media zelf zijn die Osterhaus voortdurend aan het woord hebben gelaten. Van den Bosch van Argos wond er zelf geen doekjes om in de uitzending Het Journaille: “Soms zijn er van die momenten in het nieuws, als het er niet is, dan trekken we het er als het ware uit, het moet er zijn, we hebben er allemaal zin in.” Om Osterhaus aan te pakken dus.
Als je terugkijkt op de berichtgeving over de Mexicaanse griep kom je tot de conclusie dat de media zelf ook hebben bijgedragen aan de creatie van een onheilspellend dreigingsbeeld en dat ze te weinig kritisch zijn geweest ten opzichte van deskundigen zoals Osterhaus en instanties als de WHO of het RIVM. Toen de dreiging van de catastrofale pandemie eenmaal was opgeroepen in april (“Miljoenen griepdoden. WHO-experts: Mexicaanse griep wordt pandemie”) bleef dat maandenlang bepalend voor de dagelijkse verslaggeving over de griep. Al het nieuws over aantallen besmettingen, aantallen doden, ‘getroffen’ landen tot en met de eerste griepdode in Nederland, het kreeg allemaal extra veel media-aandacht vanwege de verwachting van die pandemie.
Dat leidde niet alleen tot een enorme uitvergroting van de griep als gezondheidsprobleem maar ook tot een gebrek aan context: hoe groot zijn de gevaren van de pandemie in vergelijking met andere gezondheidsrisico’s? 1200 doden door de Mexicaanse griep lijkt natuurlijk als geïsoleerd gegeven heel wat, maar op wereldschaal en in vergelijking met andere risico’s stelt het niet veel voor. Dat sluit aan bij onderzoek waaruit blijkt dat de hoeveelheid media-aandacht bij risico’s omgekeerd evenredig is aan de mortaliteitscijfers Natuurlijk zijn er op de wetenschapspagina’s genuanceerde en kritische verhalen te vinden over de Mexicaanse griep, maar de dagelijkse verslaggeving zit helemaal op de lijn van de catastrofale epidemie, waardoor alles wat met de griep te maken heeft groot nieuws is.
In die berichtgeving speelde Osterhaus een belangrijke rol, niet alleen omdat hij internationaal vermaarde viroloog is, maar vooral omdat hij al jaren kind aan huis was bij de media. Eigenlijk was er maar één viroloog in Nederland en dat was Osterhaus. Kritische vragen waren er in de beginperiode van de Mexicaanse griep niet, de aandacht voor andere virologen was minimaal. En cruciaal: hun relativerende uitspraken in mei en juni al dat er ten onrechte paniek werd gezaaid, hadden geen invloed op de dagelijkse berichtenstroom. Dat wil zeggen tot de dag Osterhaus van zijn sokkel werd getrokken.