Gepubliceerd op De Nieuwe Reporter op 20 oktober 2006
Toen
ik vorig jaar oktober als eerste vraagtekens zette bij het journalistieke
gehalte van de nieuwe Volkskrant-weblogs werd ik overladen met honende
reacties. Ik had er helemaal niets van begrepen, dit soort burgerjournalistiek
had juist de toekomst. In mijn opiniestuk
in de Volkskrant vroeg ik
me af of bloggen wel iets met journalistiek te maken heeft, aangezien
verslaggeving niet bepaald populair is bij bloggers; wel het op hoge toon en
liefst anoniem, spuien van meningen. Ik schreef vorig jaar: “De meeste
deelnemers lijken niet te beseffen dat het de kern van de journalistiek is om
op een waarheidsgetrouwe manier verslag doen van relevante gebeurtenissen.
Ook Arjen Dasselaar veegde de vloer aan met mijn stuk in de
Volkskrant waarin ik er “blijk van gaf niets van het fenomeen ‘bloggen’ te
snappen”. En wel door me “te beperken tot achterhaalde clichés als anonimiteit
en hoor en wederhoor”. Die term hoor en wederhoor kwam niet voor in mijn stuk,
maar dat terzijde.
Ik was dan ook aangenaam verrast toen ik
vorige week las dat Dasselaar een scriptie heeft
geschreven over het journalistieke gehalte van weblogs in Nederland, waarop hij
bij de master opleiding Journalistiek en nieuwe media in Leiden inmiddels cum
laude is afgestudeerd.
Onthutsend
Blijkbaar was het toch niet zo’n gek
idee om te vragen naar dat journalistieke gehalte van weblogs. De uitkomsten
zijn onthutsend, als Dasselaar zijn van tevoren opgestelde criteria voor
journalistiek gebruikt is er onder de 292 respondenten van zijn online
uitgevoerde enquête maar 1 (0,3%!) blogger die enigszins aan de door Dasselaar
gehanteerde definitie van journalistiek voldoet.
Door de definitie en de mate waarin
bloggers scoren op de verschillende criteria flink op te rekken, weet de
onderzoeker toch nog tot 51 exemplaren te komen (17,5%). De conclusie is
duidelijk: de meeste bloggers in dit onderzoek zien zichzelf absoluut niet als
journalist en hanteren ook geen journalistieke methoden. En dat terwijl de
steekproef van 292 via zelfselectie tot stand is gekomen, een zelfselectie die
juist voor een oververtegenwoordiging zou kunnen zorgen van mensen die wel met
journalistiek bezig zijn.
De conclusies van het onderzoek zijn des
te verbazingwekkender omdat Dasselaar een tamelijk vage en dus ruime definitie
van journalistiek hanteert:“Journalism is truth seeking
storytelling aimed at citizens, which is editorially independent”.
Het is niet duidelijk waarom Dasselaar
voor deze kenmerken gekozen heeft, er is voldoende wetenschappelijke literatuur
beschikbaar om tot scherpere definities te komen. Waar zijn elementen als: ‘nieuws’
in plaats van ‘verhalen vertellen’; ‘kritische functie’; ‘controle op de macht’;
‘controleerbaarheid’; ‘niet anoniem’, etc.
Het probleem is dat de kenmerken ‘gericht
op burgers’, ‘verhalen vertellen’ en ‘onafhankelijkheid’ helemaal geen
specifieke journalistieke kenmerken zijn. Een romanschrijver die een blog
bijhoudt voldoet ook aan deze criteria en zou dus bij Dasselaar heel hoog
scoren op drie van de vier criteria.
Een ander probleem is dat Dasselaar voor
ieder kenmerk maar drie vragen heeft opgenomen in zijn enquête. Het criterium
van ‘waarheidsvinding’ is ‘geoperationaliseerd’ in de vragen: welke bronnen
gebruik je (andere sites of eigen onderzoek); ga je kritisch om met bronnen en verifieer
je de feiten? Dat is natuurlijk geen operationalisatie van dimensies, want een
specificatie van wat dat eigen onderzoek zou moeten inhouden ontbreekt.
Dasselaar schrijft zelf dat hij dat aan de fantasie van de bloggers overlaat. “Misschien
maken ze wel gebruik van andere methodes dan de gewone journalistiek en die
willen we niet uitsluiten.” Maar waar die methodes dan uit bestaan en of dat
iets met waarheidsvinding te maken heeft, daar komen we niet achter. Misschien
zijn er wel bloggers bij met paranormale gaven!
Bloggers bloggen voor zichzelf
Ook bij de feitenverificatie laat
Dasselaar aan de bloggers over om te bepalen op welke manier ze die feiten dan
checken. Ondanks de ruimte die de bloggers krijgen om zichzelf tot journalist
te promoveren, zijn de scores zeer laag. Alleen de scores op onafhankelijkheid
zijn hoog (dat is niet vreemd want de meeste bloggers bloggen gewoon voor
zichzelf) en dat criterium is dus niet discriminerend voor wie journalistiek
bezig is en wie niet.
Omdat er uiteindelijk maar één
journalistieke blogger uitrolt, besluit de onderzoeker te gaan compenseren en
de normen te verlagen. Laag scoren op waarheidsvinding kan gecompenseerd worden
door hoog scoren op onafhankelijkheid en dat is geen probleem want iedereen is
zo’n beetje onafhankelijk! Door alles zo op te rekken ontstaat er een groep van
51 bloggers (17,5 procent) die enigszins journalistiek bezig is. En die door
Dasselaar meteen “de journalistieke blogger” genoemd wordt.
Dasselaar heeft tien procent van de
respondenten gecontroleerd door zelf hun site te bezoeken, maar in
tegenstelling tot wat Dasselaar in een interview voor
De Nieuwe Reporter zegt, viel onder die ‘controle’ niet het
journalistiek gehalte van de site omdat, zo schrijft hij, “onze beoordeling zou
net zo subjectief zijn als het antwoord van de respondent”. Dat is een
onbegrijpelijke uitspraak, natuurlijk is het mogelijk om via onderzoek vast te
stellen of een site voldoet aan bepaalde journalistieke criteria.
Ander domein
Hoeveel moeite Dasselaar ook doet om het
journalistieke gehalte van blogs aan te tonen, het resultaat is mager, zelfs
met de ruime definities en een zeer summiere vragenlijst. De meeste bloggers
hebben overduidelijk geen boodschap aan journalistiek. Daar is verder niks mis
mee, de bloggers behoren tot een ander domein dan dat van de journalistiek, met
een eigen cultuur en een eigen maatschappelijke functie. Het rare is dat de
scriptie daar niet over gaat, ondanks de omineuze titel ‘The
Fifth Estate’. Die vlag dekt de lading niet, want over die
vermeende rol als vijfde macht komen we niet veel te weten in deze scriptie.
Wel dat bloggen weinig met journalistiek van doen heeft.