Pers moet beter nadenken over rol in publieke
debat
bijdrage voor de discussie 'Nieuws of Hype' in
NRC Handelsblad.
Peter Vasterman
Gepubliceerd in: NRC Handelsblad, 11 december
2002.
Dit stuk is een reactie op:
Auke kok, "Met een beetje hype is niets
mis." NRC Handelsblad 6 december 2002.
De serie 'Nieuws of Hype' bestond verder uit:
Maarten Huygen, "Media marcheren te strak
in de pas." NRC Handelsblad 29 november 2002.
Op een voor de journalistiek ongewoon
openhartige manier legt Auke Kok, redactiechef bij Radio 1 journaal ("Met
een beetje hype is niets mis," 6 december 2002) uit waarom de mishandeling
met dodelijke afloop in Venlo een nationale mediahype is geworden. Het incident
is een dag later eigenlijk al te lang geleden voor het snelle nieuws van Radio
1, maar de cocktail van nieuwshonger, verontwaardiging en kuddejournalistiek
(geen enkele redactie kan achterblijven, 'Nederland' is immers in de ban van
veiligheid) zorgt voor een snelle escalatie van de zoveelste nieuwsgolf over
'zinloos geweld'. "Wij gingen dus met voorbedachten rade de volgende
ochtend mee-hypen op een incident in een willekeurige provinciestad."
Schrijft Auke Kok uitdagend: "Met plotselinge mediamieke opwinding, hoe
onwillekeurig die soms ook lijkt, is weinig mis, of het moest zijn dat in de
drift om er tijdig bij te zijn soms wordt vergeten om de feiten te respecteren.
Dat is uiteraard een doodzonde." 'Hypen' mag volgens Kok, als de feiten maar
kloppen.
Achter deze redenering gaat wel een heel naïef
beeld van de verhouding werkelijkheid en journalistiek schuil. De media
rapporteren niet alleen 'feiten', ze maken zelf ook nieuwe 'feiten', juist door
massaal aandacht te besteden aan een onderwerp en zo een bepaald 'gevaar' enorm
uit te vergroten. Typerend voor dergelijke mediahypes is het versimpelen,
aanscherpen en stereotyperen van het oorspronkelijke verhaal waarin een
mishandeling al snel verandert in de 'moord' die 'heel Nederland bezighoudt.'
De nieuwsgolf komt verder tot stand door het uitvoerig inzoomen op allerlei
andere incidenten van geweld die onder normale omstandigheden niet die aandacht
gekregen zouden hebben, met als resultaat een golf van geweldsincidenten die
Nederland overspoelt, in de media welteverstaan. Verder kunnen mediahypes
alleen bestaan bij de gratie van alle maatschappelijke reacties die de
mediabrede nieuwsgolven losmaken. Deze geven nieuwe slingers aan het
mediavliegwiel dat vervolgens weer even op eigen kracht kan doordraaien.
Gezien deze hele dynamiek in het nieuws, is
het wel heel makkelijk om je als journalist te verschuilen achter 'de feiten',
alsof die zomaar voor het oprapen liggen op de plek des onheils. Feiten zijn
nog altijd uitspraken over de werkelijkheid: constructies op basis van
definities en waarnemingen. Bovendien hebben de kale feiten op zichzelf weinig
betekenis, het draait allemaal om de context waarin de feiten aan de lezer of
kijken worden gepresenteerd. En tijdens een mediahype krijgt slechts één
bepaalde context, één bepaald perspectief op het probleem, almaar bevestiging.
Zo werd 'Venlo' al snel een 'allochtoon' geweldsprobleem alsof in al die andere
gevallen van 'zinloos geweld' niet gewoon autochtonen de daders waren (en soms
allochtonen de slachtoffers). In hun opwinding vergeten journalisten dat er ook
wel andere feiten en meningen zijn die een geheel andere context aan de
gebeurtenissen kunnen geven. Bovendien slepen ze hun publiek mee in de
overtuiging dat er op dat moment geen belangrijker issue of groter probleem kan
zijn en dat dus al die media-aandacht gerechtvaardigd is. Juist de snelle
opeenvolging en het vluchtige karakter van mediahypes in de afgelopen jaren
bewijzen het tegendeel.
Auke Kok stelt dat het "niet zo
verwonderlijk is" dat alle nieuwsmedia zich storten op "nationale
aangelegenheden" als veiligheid op straat, de relatie tussen allochtonen
en autochtone en de vrees voor terreur." Dat klopt, al kan men zich bij
sommige onderwerpen afvragen wat nu precies oorzaak of gevolg is. Maar veel
belangrijker is de vraag of de manier waarop de media zich met al die hypes
meester maken van het publieke debat wel deugt. Is dat een verantwoorde manier
van bericht geven? Zorgt die stortvloed van mediahypes werkelijk voor beter
inzicht in de problemen waar deze samenleving mee te maken heeft? Dragen al die
rondzingende halve waarheden en snelle oordelen bij tot een onderbouwde
meningsvorming? Of leiden ze eerder tot stigmatiserende beeldvorming rond
personen en selectieve overschatting van mediagenieke 'problemen' en
'bedreigingen'? Zorgen die mediahypes, waaraan zogenaamd geen enkele redactie
zich kan onttrekken, voor een pluriforme berichtgeving? Dat zijn de vragen die
de journalistiek zich zou moeten stellen, de media zijn immers niet alleen
verslaggevers langs de zijlijn, maar ook managers van het publieke debat.
Ruim vier jaar geleden organiseerde ik een
forumdiscussie in de Amsterdamse Balie over het fenomeen 'mediahype', maar tot
mijn verbazing meenden de aanwezige hoofdredacteuren dat hypes in Nederland een
onbekend verschijnsel waren. Nu de berichtgeving meer dan ooit lijkt te worden
beheerst door een niet aflatende stroom van hypes en hypejes, is er gelukkig
sprake van voortschrijdend inzicht in de journalistiek: 'hypen mag, als de
feiten die we zelf hebben gefabriceerd maar kloppen.'
Peter Vasterman is mediasocioloog.