zaterdag 15 juli 2000

'Golf van kindermoorden' is misvatting

de Volkskrant, 15 juli, 2000

Door: Toine Heijmans. 

Media hebben steeds meer aandacht voor persoonlijke drama's zoals dat van Maartje Pieck. Het aantal moorden op kinderen stijgt niet, zeggen experts.

Het aantal kindermoorden neemt niet toe, maar daalt. Evenmin stijgt het aantal meisjes dat werd omgebracht na seksueel misbruik. 'Met grote verbazing' hoort I. Vogels van de Divisie Centrale Recherche Informatie (CRI) hoe verschillende media een golf van kindermoorden suggereren. Terwijl de toedracht van de dood van Maartje Pieck (15) nog onbekend is, legde het NOS-Journaal donderdag meteen verband met een oplopend aantal tienermeisjes dat de dood vond na te zijn misbruikt.

'Onzin', zegt Vogels. 'Vorig jaar waren er drie gelijksoortige zaken waarin een meisje werd meegenomen en vermoord. Dat is inderdaad meer dan in 1998, want toen was het er een. De jaren daarvoor schommelde het tussen de nul en twee zaken; dat zijn geen cijfers waaruit je iets kunt afleiden. Van een trend is geen sprake.'

Ook het aantal kindermoorden is zo klein, dat er nauwelijks iets over valt te zeggen. Vanaf 1992 schommelde het rond de tien, met een opmerkelijke stijging in 1996 (21) en 1997 (24). Vorig jaar werden elf kinderen onder de zestien omgebracht, dit jaar zijn het er negen. De omstandigheden waaronder de moorden plaatshadden, verschillen zo, dat vergelijken vrijwel onmogelijk is. Soms zijn de kinderen om het leven gebracht door hun (stief)ouders, soms door een crimineel, soms blijft de toedracht voor altijd onduidelijk.

Vogels begrijpt de gretigheid van de pers wel. 'Sinds de dood van Sybine Jansons is er veel aandacht voor dit soort incidenten.' De namen van Marianne Vaatstra, Chanel-Naomi Eleveld en - recent, in Schiedam - Nienke Kneiss zijn in het collectieve Nederlandse geheugen gegrift. Elk spoortje nieuw bewijs, elke zoektocht, elke juridische splinter wordt uitgebreid belicht.

Zo ontstaat vanzelf de idee dat de meisjes iets met elkaar gemeen hebben, zegt socioloog P. Vasterman, die promoveert op mediahypes. 'Of dat waar is, doet er niet toe. Het gevoel dat er een golf is van tienermoorden, maakt zichzelf waar doordat alleen gezocht wordt naar bevestiging, en niet naar ontkenning. De schokkende gebeurtenis zelf is voor de meeste media het belangrijkste, daaromheen wordt vervolgens een constructie gebouwd die het belang ervan breder moet maken. Heel kleine, irrelevante zaken kunnen dan enorme aandacht krijgen. '

Ook de zaak-Maartje Pieck is een hype in aanbouw, denkt Vasterman. Een vreselijk, persoonlijk drama trekt altijd de aandacht, zeker in de nieuwsluwe zomer; vroeger voornamelijk bij de populaire media, tegenwoordig ook bij de traditioneel meer terughoudende, serieuze pers. Trouw bijvoorbeeld bracht vrijdag groot een dramatische reportage die het verdriet van Kampen tot onderwerp had. Persbureau ANP publiceerde een lijst van eerdere drama's onder de kop 'Nederland regelmatig opgeschrikt door kindermoord'.

Dat is gevaarlijk, zegt psychiater prof. F. Beyaert, omdat het mogelijke daders op een idee kan brengen. Beyaert was directeur van het Pieter Baan Centrum in Utrecht, waar daders worden onderzocht. Hij ziet duidelijk verband tussen media-aandacht en het plegen van een delict, en pleit voor terughoudendheid bij journalisten.

'Het zijn gruwelijke, opzienbarende incidenten - ik kan wel begrijpen dat daar sensatie omheen ontstaat, dat er nieuws vergaard moet worden. Maar al die aandacht is niet verstandig. Daders laten zich beïnvloeden door publiciteit, sommigen houden ervan in de belangstelling te staan. Veel aandacht maakt het erger.'

Beyaert hoopt op meer discussie op de redacties en een kritische blik van het publiek. Die discussie is er zeker, zegt Vasterman. 'De vraag wat je als journalist aan moet met dit soort onderwerpen was het issue van het afgelopen jaar.' Desondanks blijft het de trend meer aandacht te geven aan persoonlijke drama's . 'Ook de serieuze media moeten wel, vanwege de concurrentie.'

Vasterman wijst erop dat hypes verlopen via een golfbeweging, en dat ook deze tot bedaren zal komen. Op een gegeven moment is het onderwerp uitgeput, en wordt naar iets anders gezocht. 'Het is maar waar je de schijnwerpers op zet. Een paar jaar geleden ging het om ouders die hun kinderen hadden gedood. Dat aantal zou ook toenemen. Een verband is nooit aangetoond. Op een gegeven moment is dat onderwerp uitgeput. Nog steeds worden kinderen door hun ouders omgebracht - maar nu horen we er niks meer over.'


vrijdag 7 juli 2000

Internet en de ramp: traditionele journalistiek domineert

De ramp op internet
De vuurwerkexplosie in Enschede is de eerste grote Nederlandse ramp die plaatsvond in het internettijdperk. Peter Vasterman inventariseerde de informatiestroom op websites. Conclusie: veel nieuws werd niet toegevoegd.

Gepubliceerd in De Journalist 7 juli 2000

 Snelle start

Vrijwel onmiddellijk na de ramp kwam er een uitgebreide informatiestroom op gang op het net, bestaande uit nieuwsberichten, ooggetuigenverslagen en mededelingen in allerlei nieuwsgroepen. Een paar uur na de ramp registreerde een webcam zelfs live beelden van de enorme rookwolken boven Enschede.

Niet alleen dagbladen als Twentse Courant/Tubantia en de Volkskrant kwamen op hun websites al snel met actueel nieuws, ook de nieuwsdiensten van internet providers als Planet Internet en World Online gaven berichten. Internet was er dus snel bij, maar wat hadden al die websites eigenlijk te bieden? En wat hebben ze toegevoegd aan de nieuwsvoorziening na die eerste schokgolf op 13 mei?