Met de nieuwe Transgenderwet wordt het onderscheid tussen man en vrouw afgeschaft en hebben mannen die zich vrouw voelen straks ook zonder geslachtsaanpassing toegang tot vrouwenkleedkamers en -gevangenissen.
De Volkskrant van 15 februari 2022
In hun reactie (O&D, 8 februari) op de column van Martin Sommer (Opinie, 5 februari) slalommen de drie vertegenwoordigers van COC en Transgender Netwerk Nederland, Brand Berghouwer, Astrid Oosenbrug en Philip Tijsma als olympische afdalers langs vrijwel alle controverses die de nieuwe Transgenderwet oplevert. Die wet maakt het mogelijk om vanaf 16 jaar met een simpele handtekening op het gemeentehuis van man in vrouw te veranderen of omgekeerd, en misschien binnenkort ook in X, non-binair.
Vroeger waren er strenge eisen zoals operaties, maar sinds 2014 volstaat een medische verklaring van ‘genderdysforie’: een conditie waarbij iemand lijdt onder de discrepantie tussen de eigen genderidentiteit en zijn of haar geslacht. Ook die voorwaarde komt nu te vervallen, het enige dat telt in de nieuwe wet is de ‘beleefde genderidentiteit’: of iemand zich man of vrouw ‘voelt’ van binnen.
De drie auteurs noemen weliswaar één keer het begrip genderidentiteit, maar leggen niet uit dat het een hoogstpersoonlijk gevoel is dat door niemand verder kan of mag worden getoetst. Onvermeld blijft ook dat volgens de genderidentiteitstheorie dat gevoel helemaal losstaat van het mannelijk of vrouwelijk lichaam waarin dat gevoel zich bevindt.
Ook vertellen ze niet dat het invoeren van een ‘gevoel’ als basis voor een juridische categorie tot gevolg heeft dat daarmee het onderscheid tussen mannen en vrouwen wordt afgeschaft. De facto betekent dit het eind van iedere fysieke ruimte die nu alleen voor vrouwen of mannen toegankelijk is.
Het gaat niet alleen om gescheiden wc’s, maar ook om kleedkamers, gevangenissen, blijf-van-mijn-lijfhuizen en natuurlijk de sport. Nergens uit hun reactie blijkt dat deze belangenbehartigers van de transbeweging ook maar een moment hebben stilgestaan bij het feit dat deze nieuwe wet een forse inbreuk vormt op de rechten van vrouwen en meisjes. Wij vinden dat onthutsend.
Ook vermelden ze nergens dat naar schatting maar zo’n 20 procent van de trans vrouwen zich laat opereren en dat de overgrote meerderheid dus mannelijke geslachtsdelen behoudt. En dat het straks inderdaad voor gedetineerden die als man zijn geboren maar zich nu ‘vrouw voelen’ makkelijk wordt om overplaatsing te eisen naar een vrouwengevangenis.
In hun pleidooi voor de nieuwe wet stellen ze dat de huidige deskundigenverklaring een behoorlijke inperking is van het beschikkingsrecht. En ach: ‘Het gaat hier niet om een operatie’, dus zo ingrijpend is het niet. Het gaat alleen maar ‘om de papieren wijziging van ‘v’ in ‘m’ of andersom’. Dat is ook het standpunt van toenmalig minister Sander Dekker die de wet indiende: de verklaring kan vervallen omdat deze ‘alleen maar vaststelt dat iemand heeft verklaard de overtuiging te hebben tot het andere geslacht te behoren’. En: ‘dat het niet mogelijk is om te bepalen of een ‘duurzame overtuiging’ ook echt blijvend is’.
Het heeft er alle schijn van dat de voormalige minister van Rechtsbescherming zich niet goed heeft verdiept in de consequenties van zijn wetswijziging.
Immers, als het onmogelijk is te bepalen of deze overtuiging tot het andere geslacht te behoren blijvend is, wat betekent dat dan voor de diagnose van kinderen en jongeren met genderdysforie? Worden er dan kinderen vanaf 12 jaar behandeld met puberteitsremmers, hormonen en operaties (vanaf 16 jaar) zonder dat vaststaat of zij genderdysforie hebben? Met vaak onomkeerbare gevolgen op grond van een oncontroleerbaar ‘gevoel’?
Zoals ook blijkt uit het manifest van de transactivisten, die zondag 6 februari demonstreerden tegen de genderzorg van het VUmc, is het streven van TNN en COC en andere
transorganisaties inderdaad om de expertise van de behandelaars helemaal terzijde te schuiven en de beslissing over een behandeling volledig bij de patiënt te leggen, die ook geen patiënt meer genoemd mag worden. Transitie is dan een keuze, geen behandeling van een aandoening.
Het is zeer de vraag of de transzorg die afslag moet nemen, zeker gezien de sterke toename van het aantal tienermeisjes – van enkele tientallen een decennium terug tot ruim duizend nu – dat zich de afgelopen jaren aanmeldt bij de genderklinieken, met lange wachtlijsten als gevolg.
Krijgen zij de beste zorg als het zelfbeschikkingsrecht de diagnose gaat vervangen? De nieuwe transgenderwet geeft een belangrijke impuls in de richting van zelfdiagnose. Welke behandelaar kan een tienermeisje nog een behandeling weigeren als ze al voor de wet een man is? Dat zijn kwesties waar Berghouwer, Oosenbrug en Tijsma heel soepel met een ruime boog omheen.
Peter Vasterman is mediasocioloog; Renate van der Zee is journaliste en schrijfster.