De sociale constructie van een maatschappelijk probleem
Peter Vasterman
’Verkeerde vragenlijst leidt tot veel onterechte verdenkingen van kindermishandeling’, meldt de Volkskrant begin dit jaar (20 maart 2017). Uit onderzoek is gebleken dat de vragenlijst die artsen verplicht moeten gebruiken om kindermishandeling op te sporen leidt tot een stortvloed aan valse meldingen. Op ruim vijftigduizend ingevulde formulieren bleken er 108 positief (0,2 procent), maar slechts in negen gevallen (0,018 procent) bleek de melding terecht, de overige 99 waren dat niet, in totaal 92 procent van alle meldingen. Bij de positieve meldingen ging het in de meeste gevallen overigens om emotionele verwaarlozing. Omgekeerd werden er ook mishandelde kinderen gemist: 0,01 procent. De vragenlijst voor deze verplichte screening werd nooit wetenschappelijk gevalideerd.
Het nieuws over de screening leverde een paar dagen discussie en controverse op in de media. Zo schreef de Volkskrant (21 maart 2017) in een commentaar dat het absurd is dat artsen in negen van de tien gevallen excuses moeten aanbieden aan de verdachte ouders. En NRC Handelsblad (28 maart 2017) publiceerde een kritisch opiniestuk waarin Ido Weijers, emeritus hoogleraar jeugdbescherming aan de Universiteit Utrecht, van leer trekt tegen de ‘bonte verzameling screenings- en risicotaxatie-instrumenten’ die gebaseerd zijn op groot wantrouwen tegenover de ouders en het streven naar het absoluut uitsluiten van risico’s. Allemaal het gevolg van een aantal schokkende gezinsdrama’s, terwijl intussen de algemene opvoedingssituatie zich in Nederland op een historisch en internationaal ongekend hoog peil bevindt, aldus Wijers.
In haar reactie in NRC (28 maart 2017) kiest Corinne Dettmeijer, Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, voor een lage drempel: liever ouders onterecht verdenken dan mishandelde kinderen naar huis sturen. ‘Dat is niet per se problematisch: screenen is iets anders dan een diagnose stellen. Een positieve uitslag van een screeningsinstrument betekent alleen dat nader onderzoek gewenst is, en dat is iets anders dan een “verdenking”.’ De ophef over de screening is in de media ook weer snel voorbij. In de maanden daarna volgen allerlei berichten die juist weer de nadruk leggen op de falende aanpak van kindermishandeling, zoals ‘Alarmbel ging, hulp bleef uit’ (Leidsch Dagblad, 12 mei 2017) of ‘Alarm om aanpak geweld’ (Noordhollands Dagblad, 22 mei 2017).
Dit soort berichten passen in de gebruikelijke beeldvorming in de Nederlandse media over kindermishandeling: er is sprake van een omvangrijk en ernstig maatschappelijk probleem – de gevallen die aan het licht komen vormen slechts het topje van de bekende ijsberg – terwijl de samenleving er maar niet in slaagt om, ondanks alle inspanningen, de zaak onder controle te krijgen. Hoe is dit mediabeeld tot stand gekomen in de afgelopen decennia en wat waren de gevolgen voor de definitie en de aanpak van het probleem. Om deze vraag te beantwoorden is het van belang om zowel naar de rol van de bronnen van het nieuws te kijken – vooral de professionals, de onderzoekers, beleidsmakers en hulpverleners – als naar de rol van de media en de manier waarop zij nieuws maken. De beeldvorming is het resultaat van de interactie tussen deze twee sectoren.
Onderzoek, artikelen en discussies over mediahypes en de rol van de media bij de constructie van sociale problemen, schandalen, crises, rampen en risico's. 1996-2024
maandag 20 november 2017
zaterdag 18 november 2017
1 op de 4 - Kindermishandeling, een publiek probleem
Jaarboek voor het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken
17 november 2017
1 op de 4 - Kindermishandeling, een publiek probleem
Jaarlijks zijn er in ons land meer dan 118.000 kinderen slachtoffer van kindermishandeling of verwaarlozing. Eén op vier Nederlanders heeft er ooit onder geleden of doet dat nog steeds. De cijfers dalen niet. We staan als samenleving machteloos tegenover een van de meest schadelijke van alle misdaden. Dat heeft veel te maken met onze omgang met dit wicked problem. We beschouwen het al snel als privéprobleem, want met de opvoeding van andermans kinderen bemoei je je niet. We weten ook niet goed wat er aan te doen is en wie dat dan moet doen.
In het nieuwe jaarboek van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken onderzoeken de meest deskundige experts kindermishandeling als publiek probleem. Hoe kunnen we er wel wat tegen doen? Met bijdragen van Sander van Arum, Hilde Bakker, Jurre van den Berg, Jan van Dam, Lia van Doorn, Sietske Dijkstra, Petri Embregts, Dana Feringa, Rien, Fraanje, Noud Frielink, Malou van Hintum, Mariëtte van den Hoven, Esmah Lahlah, Lilian Linders, Katinka Lünnemann, Hanan Nhass, Marijke Nijboer, Floor Peels, Lobke van Rijn, Jitske van der Sanden, Carlo Schuengel, Chris Sigaloff, Rutger Stafleu, Majone Steketee, Peter Vasterman, Caroline Vink, Jacques Wallage.
17 november 2017
1 op de 4 - Kindermishandeling, een publiek probleem
Jaarlijks zijn er in ons land meer dan 118.000 kinderen slachtoffer van kindermishandeling of verwaarlozing. Eén op vier Nederlanders heeft er ooit onder geleden of doet dat nog steeds. De cijfers dalen niet. We staan als samenleving machteloos tegenover een van de meest schadelijke van alle misdaden. Dat heeft veel te maken met onze omgang met dit wicked problem. We beschouwen het al snel als privéprobleem, want met de opvoeding van andermans kinderen bemoei je je niet. We weten ook niet goed wat er aan te doen is en wie dat dan moet doen.
In het nieuwe jaarboek van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken onderzoeken de meest deskundige experts kindermishandeling als publiek probleem. Hoe kunnen we er wel wat tegen doen? Met bijdragen van Sander van Arum, Hilde Bakker, Jurre van den Berg, Jan van Dam, Lia van Doorn, Sietske Dijkstra, Petri Embregts, Dana Feringa, Rien, Fraanje, Noud Frielink, Malou van Hintum, Mariëtte van den Hoven, Esmah Lahlah, Lilian Linders, Katinka Lünnemann, Hanan Nhass, Marijke Nijboer, Floor Peels, Lobke van Rijn, Jitske van der Sanden, Carlo Schuengel, Chris Sigaloff, Rutger Stafleu, Majone Steketee, Peter Vasterman, Caroline Vink, Jacques Wallage.
maandag 13 november 2017
Keuze voor Engels schaadt de inhoud op de universiteit
NRC Opinie 13 november 2017
Bedenk dus wat er verloren gaat als de voertaal in de collegezaal Engels wordt
Tussen alle argumenten voor en tegen lesgeven in het Engels blijft één belangrijk aspect onderbelicht. Het overstappen naar Engels heeft namelijk ook grote gevolgen voor de inhoud van de colleges en werkgroepen. Omdat je geen gebruik meer kunt maken van Nederlandse literatuur, dat wil zeggen Nederlandstalige boeken, artikelen, rapporten, kunnen Nederlandse onderwerpen ook niet meer aan bod komen. Want Engelstalige publicaties daarover zijn doorgaans schaars. Tenminste op mijn vakgebied: media en journalistiek.
Bedenk dus wat er verloren gaat als de voertaal in de collegezaal Engels wordt
Abonneren op:
Posts
(
Atom
)