vrijdag 18 oktober 1996

De echo van de Belgische beerput in de Nederlandse media

Hoe één opzienbarende zaak kan leiden tot groeiende bezorgdheid en de herdefiniëring van een 'herontdekt' maatschappelijk probleem
DE JOURNALIST 18 oktober 1996 

PETER VASTERMAN


Een schokkende gebeurtenis als de zaak Dutroux werkt heel lang door in het nieuws. Er onstaat een publicitair sneeuwbaleffect dat ervoor zorgt dat het thema kinderporno/prostitutie zich als een olievlek in de media gaat verspreiden. Situaties die lange tijd werden geaccepteerd, genegeerd of zelfs doodgezwegen - zoals prostitutie door jongeren- worden nu geherinterpreteerd en als ernstige maatschappelijke problemen gedefinieerd. Voor een deel is dat het werk van actiegroepen, belangengroepen en andere maatschappelijke stromingen die de sleutelgebeurtenis aangrijpen om hun visies naar voren te brengen. Voor een andere deel is dat het directe gevolg van de dynamiek die zich in de periode na een key event meester maakt van de media.

Toen de Belgische politie op 15 augustus bij een inval twee kinderen bevrijdde uit de kerkers van Marc Dutroux begon daarmee een van de grootste publiciteitsgolven die België ooit heeft meegemaakt. Dagen- ja zelfs wekenlang bestond er geen ander nieuws meer dan 'Dutroux'. Als oorlogsverslaggevers volgden honderden journalisten dagenlang de graafwerkzaamheden op het erf van de hoofdverfdachte. Zelfs internationaal, tot in Australië toe, was af en toe sprake van een waar mediaspektakel rond de Belgische kinderhorror .
Ook in Nederland heeft de zaak Dutroux in augustus dagenlang voor voorpaginanieuws gezorgd en voor een zekere lugubere suspense in de laatste dagen van deze reguliere komkommermaand: zou er immers nog hoop zijn voor An en Eefje? In vergelijking met de verpletterende mediagolf in België is de Nederlandse berichtenstroom een stuk beperkter, terwijl de toonzetting meestal redelijk ingetogen en nuchter is. Natuurlijk zijn er verschillen tussen bijvoorbeeld De Telegraaf ("An en Eefje ook dood") en NRC Handelsblad., hoewel ook deze krant het nieuws van de arrestatie van een man in Amstelveen de opening waard vindt op de voorpagina : "Zedenzaak vertakt naar Amsterdam."
De Nederlandse media laten zich minder meeslepen dan de Belgische, maar toch duiken er in de databank Lexis/Nexis, gerekend over de eerste zes weken, maar liefst 820 artikelen op waarin de naam Dutroux voorkomt, afkomstig uit elf dagbladen en het ANP, (goed voor 182 berichten). En ook de Nederlandse actualiteitenrubrieken en televisiejournaals vullen vele minuten -liefst live - met 'Dutroux'.
OPKOMST NIEUWSSTROOM NA DUTROUX
Als de allereerste opwinding over de 'Belgische Zedenzaak' luwt en er ook geen nieuws meer te melden valt uit de geheime kelders van Dutroux, zou men verwachten dat het onderwerp langzaam maar zeker uit het nieuws zal verdwijnen. Terugkijkend op de berichtgeving in de afgelopen maanden blijkt dat niet het geval. Naarmate er minder nieuws uit België te melden valt, groeit er een andere stroom berichten over allerlei gebeurtenissen, uitspraken, meningen, voorstellen en maatregelen die op de een of andere manier met 'Dutroux' te maken hebben. Het issue 'kinderporno' is door deze opzienbarende zaak op de agenda gezet en zal daar nog een hele tijd blijven staan.
In de eerste fase staan de schijnwerpers allemaal nog op België gericht. De nieuwshonger is groot, zowel bij het publiek als bij de media: elk nieuw detail kan in zo'n fase belangrijk nieuws zijn. Bovendien is de druk om met nieuws te komen extreem, hetgeen menigeen verleidt tot het publiceren van speculaties en geruchten.

CREATIE NIEUWSTHEMA
In de fase daarna creëert de sleutelgebeurtenis een nieuwsthema, een parapluie waaronder heel veel 'verwante' onderwerpen het nieuws zullen kunnen halen. Uit onderzoek naar nieuwsselectie blijkt dat één opzienbarende, spectaculaire zaak vervolgens een vloedgolf aan berichten zal opleveren die op de een of andere te maken hebben met het centrale issue. Een stroom die na verloop van tijd -als de oorspronkelijke aanleiding langzaam naar de achtergrond verdwijnt- niet afneemt maar juist aanzwelt. Dat blijkt ook te gelden voor de berichtgeving in de Nederlandse pers na Dutroux: wekenlang lezen we dagelijks artikelen of zien we reportages over kinderporno, kinderprostitutie, ontvoeringen, verdwijningen, en de gevolgen van seksueel misbruik.
De berichtgeving na zo'n opzienbarende gebeurtenis gaat zo een eigen dynamiek vertonen, die ervoor zorgt dat als het vliegwiel eenmaal op gang is gebracht de trein nog heel lang door zal rollen. Vooral ook omdat de publiciteit rond 'de zedenzaak' weer allerlei maatschappelijke reacties oplevert, variërend van organisaties die ageren tegen kindersekstoerisme tot en met politici die wijzigingen in de zedelijkheidswetgeving eisen. Al die toegenomen aandacht wekt bij het publiek soms de indruk dat het probleem plotseling sterk in ernst en omvang toeneemt, terwijl in feite alleen de aandacht ervoor is toegenomen en er in die publiciteitsgolf steeds meer uiteenlopende incidenten onder dezelfde noemer worden gebracht. Op welke manier gaan de media na 'Dutroux' aan de slag met het nieuwsthema 'kinderporno'? Welke onderwerpen, invalshoeken, en achtergronden komen aan bod en hoe reageert de samenleving?

VERGELIJKBARE INCIDENTEN
In eerste instantie zullen de media extra veel aandacht besteden aan gebeurtenissen die vergelijkbaar zijn met de Belgische zaak. Ieder nieuw geval van misbruik van kinderen, al dan niet ten behoeve van pornoproduktie zal in Nederland groot nieuws zijn, maar zulke incidenten zijn uiteraard schaars. De grootscheepse arrestatie van de man uit Amstelveen is natuurlijk groot nieuws, ook omdat daarmee het beeld van een internationaal netwerk met vertakkingen naar Nederland wordt bevestigd. Even later wordt de man overigens weer vrijgelaten. Veel aandacht, vooral op tv, gaat eind augustus ook uit naar de verdwijning van de Luikse tieners, die na twee dagen worden teruggevonden. Een maand later blijkt dat zij hun eigen ontvoering hebben verzonnen, hetgeen nauwelijks aandacht in de pers krijgt. Opzienbarend is ook de zaak van het Duitse meisje dat door haar tante en haar vriend zou zijn ontvoerd naar een camping in Nederland. Volgens de politie zou het meisje gedwongen worden tot prostitutie en was er in de woning van de twee een lijst aangetroffen met namen van twaalf andere kinderen die geprostitueerd zouden worden. Later zijn er nog andere incidenten die het nieuws halen ("Nijmegenaar van gijzelen vier meisjes verdacht", "Schiedams meisje bevrijd na korte ontvoering" en "Duitser maakte porno met meisje"), en die lijken te bevestigen dat ook Nederland zijn 'Dutrouxs' kent. Ook bij de rechtszaak tegen een man die polaroidfoto's maakte van seksuele handelingen met een meisje van acht jaar trekt de Officier van Justitie een vergelijking met de Belgische zaak-Dutroux, "al zijn de zaken niet op één lijn te stellen." De foto's waren immers niet voor de verkoop.

DE BELGISCHE CONTEXT
Sommige van deze voorvallen zouden ook onder 'reguliere' omstandigheden nog wel de krant hebben gehaald, maar zouden zonder 'Dutroux' zeker veel minder aandacht gekregen hebben. Al gaat het bij nader inzien om losstaande incidenten van misbruik van kinderen -vaak door ouders, verwanten of bekenden in plaats van door onbekende daders- de 'Belgische context' zorgt voor een bevestiging van het beeld dat er overal professionele kidnap- en pornonetwerken actief zijn, óók in Nederland. Dat beeld wordt versterkt door al het afgeleide 'zeden' -nieuws dat in de nieuwsstroom boven komt drijven, omdat het nieuwsthema nog steeds actueel is en de maatschappelijke verontrusting nog steeds groot is. Als er zich geen nieuwe, met België vergelijkbare, incidenten voordoen, verplaatst de aandacht zich naar het reconstrueren van 'oude' zaken en het weergeven van meningen, reacties en voorstellen van woordvoerders van belangengroepen (zoals Terre des Hommes) die ernaar streven om kinderporno en prostitutie als een ernstig en omvangrijk maatschappelijk probleem te definiëren.

OUDE ZAKEN ALS NIEUWS
In de eerste plaats komen oude, al dan niet eerder in de publiciteit behandelde, zaken alsnog of opnieuw in het nieuws. Zo krijgen de uitspraken van seksuoloog Jos Frenken veel aandacht, die in Nova bijna achteloos laat vallen dat dat er in Nederland vijftien seksueel misbruik netwerken bekend zijn. Dat wil zeggen bekend bij de politie en inmiddels grotendeels allemaal opgerold. Bovendien gaat het volgens de politie niet om georganiseerde criminaliteit, maar om kleine groepjes die netwerken vormen om materiaal uit te wisselen. In de media wordt Frenkens term 'seksueel misbruik-netwerken' al snel vervangen door de term 'kinderpornonetwerken'.
In Stockholm waar eind augustus het eerste Wereldcongres plaatsvindt tegen Seksuele Commerciële Uitbuiting van kinderen uit minister Sorgdrager forse kritiek op de uitspraken van Frenken. Het congres zelf is natuurlijk voor de media een goede aanleiding om de zaak Dutroux in een breder internationaal kader te plaatsen. 'Dutroux' zorgt voor de verbinding tussen misbruikte kinderen in het westen en de kinderprostitutie in de Derde Wereld. Ter illustratie laat het NOS Journaal een interview zien met een onherkenbaar gemaakt slachtoffer van kinderporno ("Het gebeurt hier even hard als in België"), al is niet duidelijk van welk netwerk zij slachtoffer was en of het tot een veroordeling is gekomen.
Een andere zaak uit het verleden is die van een Vlaams-Nederlands kinderpornocircuit dat tussen 1990 en 1992 minderjarige jongens en meisjes uit België naar Utrecht smokkelde om voor porno-opnames. Sommige Nederlandse kranten nemen ook het nieuws over van de Belgische krant De Morgen die onthult dat in de jaren zestig herhaaldelijk jonge meisjes werden misbruikt op een luchtmachtbasis in Belgisch-Limburg."De krant baseert zich op getuigenissen van twee slachtoffers. De vrouwen - meisjes toen - moesten volgens de krant ook deelnemen aan bizarre rituelen, zoals zwarte missen met dierenoffers, verkrachtingen en folteringen." Aldus het Brabants Dagblad. Zo komt via Dutroux satanisch ritueel misbruik -enkele jaren geleden een hot issue- weer in beeld.
Een andere manier om de omvang van het probleem in kaart te brengen is zoals Panorama doet het samenstellen van een "schokkend dossier.". Op de cover staan vage fotootjes van kinderen met als kop: "Deze 26 kinderen worden in Nederland misbruikt. Herkent u ze? Bel 023-5463341." In een verhaal met als titel "Het is nog veel erger dan iedereen denkt...." brengt Panorama een overzicht van alle kinderporno/misbruikzaken uit de afgelopen jaren. "Het lijkt onvoorstelbaar, maar de 'sexhorror' rond de ontvoerde en gruwellijk misbruikte jonge meisjes in België is absoluut geen lokaal incident. Ook in Nederland zijn de afgelopen jaren niet te vatten gruwelijkheden aan het licht gekomen waarbij jonge kinderen beestachtig werden misbruikt."

TWEE VANDAAG EN HET SPARTACUS NETWERK
De meest opvallende reportage in dit kader is die van het programma Twee Vandaag van 27 augustus die in één moeite door vanuit 'Dutroux' een brug slaat naar wereldwijde kinderpornonetwerken waarin invloedrijke Nederlanders actief zouden zijn. Twee Vandaag: "Ook mensen in Nederland zijn betrokken bij een wereldwijd netwerk van de commercële seksuele exploitatie van kinderen. (...) Ook in Nederland verdwijnen kinderen, worden kinderen gedood en mishandeld." De reportage wekt de indruk dat achter de Spartacus Guide, een bekende reisgids voor homo's, in werkelijkheid een kinderprostitutie- en kinderpornonetwerk schuilgaat. 'Undercover' probeert de verslaggever om via een adres uit de gids een jongen van "zestien, vijftien" te 'bestellen.' Of dat ook lukt, blijft onduidelijk. Prostitutie van (homo-) jongeren is op zich geen nieuws, maar in het licht van 'België' krijgt het een andere betekenis.
Vervolgens wordt in de reportage gesuggereerd dat Theo Sandfort van de Utrechtse Universiteit - "een invloedrijke Nederlander" - deel uitmaakt van dat wereldwijde kinderpornonetwerk; de Engelse versie van zijn proefschrift (over seksuele contacten in de vroege jeugdjaren met leeftijdsgenoten en volwassnenen) is immers ooit verschenen bij uitgeverij Spartacus. Theo Sandfort heeft inmiddels een rectificatie geëist van Twee Vandaag .

THEMATISCHE GERELATEERDE ONDERWERPEN
Op de tweede plaats krijgen thematisch gerelateerde onderwerpen steeds meer aandacht, waardoor er een verbreding van het oorspronkelijke thema plaatsvindt. 'Kindermoord en 'kinderporno' wordt gekoppeld aan 'kinderprostitutie', 'sekstoerisme', 'kindermishandeling', en meer algemeen de uitbuiting van kinderen. Het congres is Stockholm over kinderprostitutie en misbruik krijgt daardoor nog veel meer aandacht dan van tevoren al verwacht mocht worden. Bij veel artikelen over thematisch gerelateerde onderwerpen staan foto's die te maken hebben met de zaak Dutroux.
Door die verbreding groeit de nieuwsstroom, want steeds meer zaken en onderwerpen worden onder dezelfde actuele noemer gebracht. Dat kan zo ver gaan dat zo'n beetje alles wat het kind kan bedreigen het onderwerp van een verhaal wordt, zoals in Hervormd Nederland: "Hoe veilig is het kind in Nederland?" (...) "Het aantal slachtoffers dat wereldwijd voor kinderporno is misbruikt kan volgens Interpol oplopen tot ruime twee miljoen kinderen."

VERBREDING BEGRIPPEN EN DEFINITIES
Opvallend is dat 'minderjarig' gelijk gesteld wordt in de berichtgeving aan de term 'kind'. Alle vormen van prostitutie waarbij minderjarige jongens en meisjes betrokken zijn, gaan na 'Dutroux' kinderprostitutie heten. Er zijn in het verleden tal van reportages verschenen over bijvoorbeeld allochtone jongens die zich prostitueren, maar zelden of nooit werd daarvoor de term 'kinderprostitutie' gehanteerd. Ook in de berichtgeving dit voorjaar over de veertien jonge Utrechtse meisjes, die door hun Marokkaanse 'vrienden' werden gedwongen zich te prostitueren werd deze term niet gebruikt.
Eenzelfde verbreding treedt op rond de term 'kinderporno': op grond van de Belgische zaak denkt het publiek aan gruwelijke zaken, maar in de publiciteitsgolf worden al snel ook afbeeldingen van blote kinderen/jongeren onder de noemer van kinderporno gebracht. InTwee Vandaag bladert een deskundige door het fotoboek van Sally Mann om meteen te concluderen dat een foto van een kind met kleding aan, slapend naast een paar balen een stuitende vorm van kinderporno is. ("Getver... dit gaat echt te ver, dit wekt bij mij alleen walging."). Dezelfde foto's stonden overigens een paar jaar geleden nog prominent in de New York Times zonder aanstoot te geven.
Onder thematisch gerelateerd nieuws vallen ook onderwerpen als 'seks en geweld in de reclame' (waarbij vooral campagnes van Mexx en HIJ het moeten ontgelden), vermissingen (er kan immers een verband zijn met de Belgische zaak), de zin van lange gevansisstraffen en tbs behandeling en de gevolgen van het verdwijnen van aparte afdelingen zedenzaken bij veel korpsen.
Veel schaarser zijn de artikelen of reportages waarin pedofielen zelf aan het woord komen, zoals in HP/De Tijd en De Volkskrant: : "Pedofiel heeft gevoel terug bij af te zijn. Slinger van de tijd slaat door naar repressie." Dat zijn dissidente geluiden in een brede stroom aan berichten die allemaal bevestigen dat de kinderpornonetwerken een omvangrijk probleem vormen en dat pedofielen daarin een hoofdrol spelen.

INVLOED BELANGENGROEPEN
Op de derde plaats is veel van het thematisch gerelateerde nieuws afkomstig van belangengroepen die hun kans grijpen hun standpunten uit te dragen. Het gevolg is een toename van speciaal voor de media gecreëerd of door de media uitgelokt nieuws. Een goed voorbeeld is de uitspraak van het CDA-kamerlid Hillen over de wenselijkheid van chemische castratie, waarbij juist de keuze van die term garant staat voor een klein publiciteitsgolfje.
Daarnaast nemen christelijke partijen en de EO de gelegenheid waar om de discussie over de leeftijdsgrens van twaalf jaar en het zogenaamde klachtvereiste nieuw leven in te blazen met als argument dat de huidige wetgeving kinderen onvoldoende bescherming biedt tegen pedofielen.
Vergelijkbaar is de 'actie' van de PvdA naar aanleiding van een Netwerk reportage tegen de verkoop van heimelijk opgenomen video's en foto's van naakte spelende kinderen. Omdat geen sprake is van seksuele gedragingen, vallen de beelden niet onder kinderporno en is verkoop dus geen strafbaar feit.
De actiegroepen op het terrein van het kindersekstoerisme kunnen nu ook rekenen op de belangstelling van de media. Woordvoerders van de Stichting Retour en Childright Worldwide gebruiken de Belgische zaak om te 'bewijzen' dat het niet allemaal ver van het bed plaatsvindt, maar ook dicht bij huis. In De Telegraaf: leidt dat tot een groot beschuldigend verhaal: "Kinderporno is overal. Volgens gegevens van de politie ligt het aantal misbruikte kinderen rond de 10.000. Ongeveer 1.000 kinderen werken in de prostitutie." Of al die 10.000 kinderen zijn misbruikt voor kinderporno blijft onduidelijk, evenmin op welk tijdvak het getal betrekking heeft. Waarschijnlijk wordt hier misbruik in het algemeen bedoeld en misschien gaat het om jongeren die actief zijn in de prostitutie.
Velen proberen mee te liften op de publiciteitsgolf na Dutroux, zoals ook de deskundige in de NRC Handelsblad die op de opiniepagina in een adem door België verbindt met kindermishandeling in het algemeen. Ook hier rollen de tienduizenden meldingen over de tafel en is er sprake van de spreekwoordelijke ijsberg. Ter onderbouwing van het betoog heeft NRC de foto's van An en Eefje nog maar eens afgedrukt.
VERKEERDE BEELDVORMING ROND LIBERALISERING ZEDENWET
Tenslotte oefenen opzienbarende, verontrustende gebeurtenissen een grote druk uit op de decision makers in de politiek om een gebaar te maken en maatregelen aan te kondigen. De pers besteedt veel aandacht aan de reacties van politici op 'Stockholm' en aan het besluit van de EU ministers van Justitie en Binnenlandse zaken om Europol te belasten met de opsporing van kinderporno en gedwongen prostitutie.
Een belangrijk gevolg van de zaak Dutroux is de overweging van de regering om de leeftijdsgrens van twaalf jaar in zedelijksheidswetgeving uit 1991 te verhogen naar veertien jaar. De nogal confronterende reportage van EO Tijdsein is blijkbaar niet zonder gevolgen gebleven en veel kranten, zoals ook Trouw , schrijven over het terecht terugdraaien van de liberalisering van de wetgeving uit 1991. Volgens Trouw zou de door Hirsch Ballin ingediende wet zou ertoe hebben geleid "dat in de praktijk moeilijk kon worden opgetreden tegen kinderprostitutie en kinderporno." De vorige minister van Justitie, Ernst Hirsch Ballin, maakt in een uitgebreide ingezonden brief vervolgens duidelijk dat deze "beschuldigingen de zaken werkelijk volkomen op hun kop zetten." Er is geen sprake van dat de wetgeving uit 1991 een versoepeling inhield ten opzichte van de periode daarvoor. Het klachtvereiste is niet in 1991 ingevoerd als liberalisering, maar bestond al vanaf 1936. In de nieuwe wet is deze regeling versterkt en geldt deze voor meisjes én jongens tot 16 jaar. Trouw slaat de plank mis vindt de verontwaardigde ex-minister omdat kinderporno en kinderprostitutie onderwerp zijn van bepalingen in het strafrecht en die zijn juist aanzienlijk aangescherpt. Toch is dat wel de teneur in de meeste commentaren: het zou goed zijn als de leeftijdsgrens wordt verhoogd want er is onvoldoende bescherming tegen de pedofielen.
DE VERANDERDE WAARNEMING
Een schokkende gebeurtenis als de zaak Dutroux werkt op deze manier heel lang door in het nieuws. Er onstaat een publicitair sneeuwbaleffect dat ervoor zorgt dat het thema kinderporno/prostitutie zich als een olievlek in de media gaat verspreiden. Situaties die lange tijd werden geaccepteerd, genegeerd of zelfs doodgezwegen - zoals prostitutie door jongeren- worden nu geherinterpreteerd en als ernstige maatschappelijke problemen gedefinieerd. Voor een deel is dat het werk van actiegroepen, belangengroepen en andere maatschappelijke stromingen die de sleutelgebeurtenis aangrijpen om hun visies naar voren te brengen. Voor een andere deel is dat het directe gevolg van de dynamiek die zich in de periode na een key event meester maakt van de media.
De publiciteitsgolf leidt uiteindelijk tot een verschuiving in de maatschappelijke consensus, zoals treffend wordt geïllusteerd door de verwijdering van een foto bij een tentoonstelling van Robert Mapplethorpe, waarover NRC Handelsblad: schreef: "De galeriehouders besloten een van de foto's uit de verzameling, Rosalie (1976) te schrappen, omdat die foto een driejarig meisje toont dat op een bank zit en onder haar jurkje geen ondergoed draagt. De beslissing volgt op een goede raad van de Britse politie, die van oordeel is dat in de huidige context van internationale pedofiliezaken de waarneming van foto's met (halfnaakte) kinderen niet meer dezelfde is als in 1976."