dinsdag 27 januari 2009

Incidenten, hypes, schandalen en amplificatiespiralen

Gastcollege op 27 januari tbv het Leeratelier Strategie, een opleiding van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB).

Inleiding.
Meer dan vroeger lijkt het nieuws tegenwoordig te worden beheerst door opvallende incidenten, hypes, affaires en schandalen. Politici, bestuurders en andere topfiguren (denk aan de grote graaiers) raken in opspraak, liggen onder vuur en worden soms tot aftreden gedwongen Duyvendak, Cramer, Middelkoop, Vogelaar, Boekestein, Depla, Verdonk, Wilders, Herfkens, Duyvestein, Jorritsma, en langer geleden: Joustra, Mabel, Lubbers, Oudkerk, Doctors van Leeuwen, Aantjes, etc.
Soms staan personen centraal soms gaat het om ministeries (beloningen topambtenaren), bedrijven (Eneco) of instellingen (UWV, Hartstichting). Soms gaat het om politieke of maatschappelijke issues die escaleren naar aanleiding van een incident zoals de ontsnapte TBS-er Wilhelm S in 2005. Het overeenkomstige element is dat de zaak vrij snel escaleert en soms dagen zoniet wekenlang de publieke arena van media en politiek gaat domineren.
Er zit een zekere mate van toevalligheid en selectiviteit in, maar als het proces op gang komt zie je toch dat er in deze escalaties een bepaalde dynamiek zichtbaar wordt. Niet alleen ernstige misstanden maar ook kleine misstappen kunnen leiden tot grote affaires met alle gevolgen van dien (denk aan Herfkens of de onhandige uitspraken van Boekstein of Middelkoop).
Er komt steeds meer boven water, de beschuldigingen stapelen zich op, anderen raken er bij betrokken, de verontwaardiging groeit, evenals de controverses.
Mogelijkheden tot verweer zijn schaars, alles gaat heel snel, als je niet meteen reageert heb je misschien iets te verbergen (doofpot!), als je wel reageert loop je het risico dat je beeldvorming bevestigt, zeker als je erkent dat sommige feiten wel kloppen maar dat ze iets anders betekenen. De escalatie is meestal een gevolg van een schijnbaar onbeheersbaar actiereactiepatroon: bij de zaak Herfkens was van groot belang of hier sprake was van staand beleid van het ministerie van Buitenlandse zaken om Nederlanders op belangrijke posten in het buitenland financieel te steunen. Toen die informatie uitbleef kon al snel de beeldvorming ontstaan dat de huursubsidie voor Herfkens uitzonderlijk was en dat zij het initiatief had genomen om deze toelage te veroveren.

Tot op zekere hoogte is deze dynamiek voorspelbaar, als eenmaal de eerste stap is gezet. Als dat zo is zou je kunnen bekijken in hoeverre dit soort affaires te beïnvloeden of te managen zijn. Waar liggen valkuilen en mogelijkheden? Welke reacties werken escalerend of juist deëscalerend? Wat kun je verwachten van de media? Welke patronen zijn zichtbaar in de berichtgeving? Om die vragen te kunnen beantwoorden moeten we onderzoeken hoe schandalen en mediahypes in elkaar zitten. Wat is kenmerkend voor hypes, wanneer is sprake van een schandaal en welke rol spelen hypes in die affaires?

maandag 22 december 2008

Verontwaardiging is niet genoeg. Recensie van 'De communicatieoorlog'


Frits Bloemendaal. De communicatieoorlog. Hoe de politiek de pers in haar greep probeert te krijgen. Amsterdam Ambo 2008.

"Dit boek is geboren uit verontwaardiging”, schrijft GPD chef Frits Bloemendaal.
In november 2007 komt bij toeval aan het licht dat twee voormalige collega’s, dan werkzaam als woordvoerders bij Sociale Zaken, vele malen hebben rondgekeken in het interne netwerk van het persbureau op zoek naar artikelen over hun ministerie. Zij konden geen wijzigingen aanbrengen, maar wel eventueel anticiperen op wat er zou gaan verschijnen. Bloemendaal ziet dit gluren in het computersysteem als symptomatisch voor de manier waarop de overheid tegenwoordig omgaat met de pers. De politiek, of breder, de overheid probeert de pers in haar greep te krijgen door te controleren, te manipuleren, te verzwijgen, te omzeilen en zelfs door te intimideren met rechtzaken en gijzelingen.

donderdag 20 november 2008

Eindelijk een populistische omroep!

Ronald Sørensen, fractievoorzitter van Leefbaar Rotterdam, heeft plannen voor de oprichting van een nieuwe omroep die voorlopig de Populistische Omroep Nederland (P.O.N.) gaat heten.
“Iedere stroming in Nederland heeft zijn eigen spreekbuis, behalve het Fortuynisme”, stelt Sørensen vandaag in NRC Handelsblad. Hij zegt zich groen en geel te ergeren aan het huidige publieke bestel, dat volgens hem democratisch tekortschiet. „Wilders- en Verdonk-stemmers worden steevast over het hoofd gezien, of weggezet als een stel domkoppen.”

Het initiatief is mede geïnspireerd door de woorden van de voorzitter de raad van bestuur van de Publieke Omroep, Henk Hagoort, die in oktober stelde dat de publieke omroep zich meer moet inspannen om ook Telegraaflezers en mensen die op Wilders of Verdonk stemmen te bedienen.
In mijn blog van 20 oktober schreef ik dat de publieke omroepen toegang hebben gekregen tot het bestel omdat ze een geestelijke of maatschappelijke stroming vertegenwoordigen. ‘De pluriformiteit van de publieke omroep ligt dus verankerd in dit toelatingscriterium.
Als een maatschappelijke stroming zich niet vertegenwoordigd voelt dient er een aspirant omroep opgericht te worden die zendtijd krijgt op basis van voldoende leden.'
Sörensen gaat nu precies doen waar de publieke omroep voor opgericht is namelijk een omroep oprichten die een maatschappelijke stroming vertegenwoordigd, dus dat valt alleen maar toe te juichen.

zondag 9 november 2008

“Altijd een goed advies, ga naar Peter R. de Vries”

Dat Peter R. de Vries met nieuwe onthullingen komt over Joran van der Sloot is minder verbazingwekkend dan de manier waarop de publieke omroepen hiermee omgaan. Net als de vorige keer krijgt De Vries de kans voorafgaande aan zijn uitzending om een tournee te maken langs verschillende actualiteitenrubrieken. Op vrijdagavond was er eerst Netwerk dat wazige beelden liet van Van der Sloot (die “mooiere wijven” belooft te leveren dan de twee prostituées die hij bij zich heeft), in combinatie met een interview met De Vries. Vervolgens mocht De Vries aanschuiven bij Pauw en Witteman voor een gesprek over zijn jongste wapenfeit met de verborgen camera. Ook hier weer hetzelfde fragment als in Netwerk en op de Telegraaf site. De uitzending zelf is pas zondagavond, de primeur (met dezelfde wazige beelden op internet) werd De Telegraaf al gegund, dus waarom zou de publieke omroep hier dan zoveel werk van maken? Nieuws kan dat niet opleveren, bovendien gaat het weer net als bij Fitna om een uitzending die nog niemand heeft kunnen zien. Waarom niet eerst de uitzending afwachten? Als nou nog de manier waarop Peter R. de Vries Joran van der Sloot stalkt met verborgen camera’s en infiltranten aan de orde zou komen, of de vraag of hier geen sprake is van uitlokking (iets wat niet zo moeilijk is bij een pseudologia fantastica patiënt als Van der Sloot die zich omringt door zogenaamde vrienden die meteen De Vries bellen), dan zou het misschien nog de moeite waard zijn. Maar dat gebeurt niet. Wat zijn dan wel de overwegingen om De Vries zo te helpen bij het creëren van een nieuwe hype? Kijkcijfers? Angst om het verwijt te krijgen De Vries niet serieus te nemen? Zijn Amerikaanse televisieprijs? Altijd een goed advies, ga naar Peter R. de Vries aldus Witteman naar aanleiding van het verhaal dat de vader van de ‘vriend’ adviseerde De Vries te bellen met alle gevolgen van dien.
Het enige tegengeluid kwam van Freek de Jonge bij Pauw en Witteman maar dat leverde niet meer op dan dat het allemaal “weerzinwekkend” was en dat De Vries over lijken gaart omwille van het amusement. Antwoord Peter R. de Vries: “jouw awereness spoort niet helemaal.” Een discussie met amusementswaarde misschien maar waarom vinden de publieke omroepen De Vries telkens groot nieuws?

vrijdag 7 november 2008

De Kwestie: hypes of werkelijkheid, wat schotelen de media ons voor?

Donderdagavond 6 november 2008.
Kredietcrisis, Amerikaanse verkiezingen, Marokkaanse jongeren, geven actualiteiten programma’s wel een realistisch beeld van de werkelijkheid? In OBA Live van de IKON een debat met Herman Meijer, eindredacteur Pauw en Witteman, Thomas Ruigrok, eindredacteur EenVandaag en Peter Vasterman, mediasocioloog aan de UVA.
Bekijk het debat online

Misdaad in het nieuws. Cijfers en verhalen

Peter Burger en Willem Koetsenruijter (red.)
Misdaad in het nieuws. Cijfers en verhalen.
Leiden: SNL, 2008. SNL-reeks 18.
ISBN 978-90-78531-07-4.

‘Auto-inbraken nemen toe’, ‘Loverboys maken duizenden slachtoffers’ en ‘Vrouwen steeds vaker slachtoffer van tasjesdieven’. Misdaadnieuws betekent voor een deel van de journalisten brood op de plank. Een samenleving zonder misdaad zou kunnen volstaan met veel minder uren en pagina’s nieuws. Cijfers en verhalen zijn de twee belangrijkste bouwstenen van dit misdaadnieuws. Met hun verhalen brengen journalisten samenhang in de losse feiten die ze vervolgens met cijfers onderbouwen.

Maar hoe betrouwbaar zijn hun cijfers en wie bepaalt de aard van het verband tussen feiten en cijfers? Hetzelfde incident kan zeer uiteenlopende verhalen opleveren, afhankelijk van het perspectief van de verteller: hulpverlener of politiewoordvoerder, persofficier of advocaat van de verdachte. Cijfers en verhalen: beide zijn munitie in het retorisch arsenaal van de partijen die zich uiten over misdaad.

Vanuit diverse invalshoeken laten Joel Best (hoogleraar sociologie en strafrecht), Hendrien Kaal en Gabry Vanderveen (criminologen), Hans van Maanen (wetenschapsjournalist), Peter Vasterman (mediasocioloog), en Peter Burger en Willem Koetsenruijter (mediaonderzoekers) in deze bundel hun licht schijnen over hypes, misdaadkaarten, loverboys, misdaadstatistieken en een doodgereden tasjesdief. Joel Best vergelijkt nieuws over misdaadgolven met rages rond speelgoed en nieuwe dansen: het zijn heftige, maar kortstondige bevliegingen. De onder-werpen verschillen per cultuur, maar de dynamiek is van alle tijden en plaatsen. Peter Vasterman gaat na op welke manier incidenten (zoals dat van de doodgereden tasjesdief in Amsterdam) zich in de media ontwikkelen tot hypes: hoe streven justitie, advocatuur, belangengroepen, politici en media hun belangen na in ‘de slag om het incident’? Welke partijen aan het woord komen in de berichtgeving over loverboys, onderzochten Burger en Koetsenruijter; zij constateren een eenzijdige nadruk op het perspectief van hulpverleners. Gabry Vanderveen en Hendrien Kaal analyseerden een middel dat steeds vaker gebruikt wordt om op een efficiënte en aantrekkelijke wijze criminaliteitscijfers en de toedracht van bepaalde misdaden te presenteren: de misdaadkaart. Wetenschapsjournalist Hans van Maanen, kritisch volger van cijfers in de nieuwsmedia en de wetenschap, betoogt dat misdaadcijfers de onbetrouwbaarste cijfers zijn die er bestaan.

woensdag 29 oktober 2008

Dit is geen plagiaat

Met enige verbazing las ik vandaag (29 oktober 2008) het artikel van Jean Pierre Geelen op de mediapagina van de Volkskrant met als kop & lead:
Geen trek in Joop Braakhekke.
Een minister wordt in een moderne democratie geacht om af en toe op televisie te verschijnen, vinden redacties van talkshows. Dat doet niet iedereen: uit angst voor imagoschade.”

Dat kwam me toch allemaal wel erg bekend voor. Vooral de quote van Herman Meijer, eindredacteur van Pauw & Witteman:
‘Politici hebben in een democratie de plicht af en toe acte de présence te geven in fora die ertoe doen. Zoals talkshows waar een miljoen kiezers naar kijken.’

Ik vond die opmerking namelijk nogal potsierlijk voor een redacteur van een dergelijke praatshow. Als minister zou ik ook niet het risico willen lopen om afgezeken te worden door gasten als Jort Kelder of Ali B, terwijl je wel geacht wordt mee te praten over het al dan niet opstellen van opstellen van Clarence Seedorf (een voorbeeld van Meijer).

Zou de eindredactie per ongeluk hetzelfde verhaal opnieuw uit de bak hebben gehaald en afgedrukt? De verschillende citaten, de voorbeelden en de woordvoerders, ik had het allemaal al gelezen, en wel in NRC Handelsblad van 21 oktober, in een stuk van Mischa de Bruijn met als kop:
Debat op tv is voor minister te riskant;
‘Angstige voorlichtingscultuur’ zorgt dat ministers tv-optredens liever uit de weg gaan.”

In NRC kwam Herman Meijer ook al aan het woord:
“Dat bepaalde ministers niet komen, wijt ik aan een angstige voorlichtingscultuur. Ik vind dat een minister het in een moderne democratie niet kan maken belangrijke talkshows te mijden.”

In de Volkskrant dezelfde conclusie van Meijers:
“bange voorlichterscultuur heeft de politiek in de greep. Die angst is volgens hem onterecht: ‘Je kunt veel van ons zeggen, maar niet dat we onze gasten onheus bejegenen.’”

Als voorbeeld in beide artikelen duikt de woordvoerder van minister Klink op.

NRC Handelsblad: “De woordvoerder van minister Klink: ,,Hij is heel veel in de Tweede Kamer, hij heeft misschien wel de meeste parlementaire verplichtingen van allemaal.”
De Volkskrant: “Wie je ook zelden aan tafel ziet, is minister Klink. Dat klopt, zegt zijn woordvoerder Arnoud Strijbis: ‘Hij wil alleen verschijnen als hij een inhoudelijke boodschap kwijt kan. En dat doet hij niet op basis van incidenten.’ Bovendien, zegt Strijbis, is Klink de minister die het meest in de Kamer zit, en dus kan hij domweg niet vaak in de media verschijnen.”

Nog een voorbeeld:

NRC Handelsblad: “Een nachtmerriescenario voor persvoorlichters voltrok zich eind vorig jaar in P&W, toen Ella Vogelaar van Wonen, Wijken en Integratie in de hoek werd gezet door schrijfster Heleen van Royen en journalist Jort Kelder (Kelder: ‘Volgens mij moet u eens een charismacursusje volgen’).

De Volkskrant: “Zo was er het incident met Ella Vogelaar, die in P&W de wind van voren kreeg van Jort Kelder (‘U moet eens een cursusje charisma volgen).”


Bronnen in NRC Handelsblad:
1. Dieuwke Wynia, eindredacteur van De Wereld Draait Door
2. Herman Meijer, eindredacteur Pauw en Witteman
3. Hugo van der Parre, adjunct-hoofdredacteur van Nova
4. Corinne Hegeman, eindredacteur van Buitenhof.
5. Hans van der Linden, eindredacteur van de EO-talkshows het Elfde Uur en Knevel & vd Brink
6. De woordvoerder van minister Klink
7. De voorlichter van minister Hirsch Ballin
8. Communicatiedeskundige Ton Elias

Bronnen in de Volkskrant:
1. Herman Meijer, eindredacteur Pauw en Witteman
2. Arjen Berkvens, voormalig campagnemanager van de PvdA
3. Annemarie Stordiau, directeur voorlichting op het ministerie van Justitie:
4. Klink woordvoerder Arnoud Strijbis

De Volkskrant redacteur heeft veel minder mensen gesproken (namelijk 4, versus 8 bij NRC), bovendien heeft hij er maar een bron zelf aan toegevoegd namelijk Arjen Berkvens, voormalig campagnemanager van de PvdA (wat zou hij nu doen?).
Wel handig, je neemt de kern van het verhaal over, je belt drie van de acht mensen uit het andere verhaal, je voegt er een geïnterviewde aan toe en klaar is kees. Wel niet vergeten “Angstige voorlichtingscultuur” te vervangen door “bange voorlichterscultuur.”

dinsdag 28 oktober 2008

Bloggen versus journalistiek en de controleerbaarheid van de methode

Het blijft merkwaardig dat de discussie over de vraag hoe de bloggen zich verhoudt tot journalistiek nu al jaren zorgt voor begripsverwarring, drogredenen en andere onzuivere redeneringen. Een goed voorbeeld daarvan is de discussie tijdens weblogconferentie Blog08 op 24 oktober 2008.

Mankerende vergelijkingen zijn typisch voor het niveau van het debat: “Vragen of bloggen journalistiek is, is vragen of aardbeienijs ook ijs is,” aldus mediablogger Paul Bradshaw, die de hele discussie maar tijdverspilling vindt. Op dezelfde manier is het natuurlijk allemaal een vorm van communicatie, maar daar schiet je niks mee op, want dan valt reclame, voorlichting en propaganda ook allemaal onder ‘ijs’.