woensdag 31 januari 2024

Hoeveel jongeren zeggen een transgender of genderdiverse identiteit te hebben? Een analyse van de cijfers uit onderzoek ‘Seks onder je 25e’.

Ruim 92.000 jongeren (tussen 12 en 25 jaar) identificeren zich als transgender, genderdivers of non-binair, dat zijn er bijna 29.000 meer dan vijf jaar geleden. Een toename van 45 procent. De toename komt vooral voor rekening van de meisjes die nu 63 procent van deze groep uitmaken. Vooral 'non-binair' en 'gendertwijfel' zijn sterk toegenomen in tegenstelling tot de transgender identiteit. Dat zijn de belangrijkste resultaten van het onderzoek Seks onder je 25e ten aanzien van genderidentiteiten. 

Onlangs verschenen de resultaten van het onderzoek 'Seks onder je 25e', dat om de vijf jaar wordt gehouden onder tienduizenden jongeren in Nederland. Dit is het vierde onderzoek na edities in 2005, 2012 en 2017. Uitgevoerd door Soa Aids Nederland en Rutgers in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het RIVM. 

In de media was vooral aandacht voor het feit dat de leeftijd voor de ‘eerste keer’ blijft stijgen. Maar het onderzoek stelt ook vragen over genderidentiteit. Jongeren is gevraagd of ze volgens hun gevoel een jongen, een meisje, tussen een jongen en meisje in, zowel jongen als meisje, of geen jongen en ook geen meisje zijn, zich anders te voelen of dit nog niet te weten. Als het antwoord ‘het tegenovergestelde van toegewezen sekse’ is, geldt dit als ‘transgender’ identiteit. De andere antwoorden vallen onder de categorie ‘genderdivers’. Als iemand zich geen jongen of meisje voelt betekent dat een non-binaire identiteit. De onderzoekers gebruiken dezelfde categorieën als bij de vorige editie in 2017, op één nieuwe antwoordcategorie na namelijk: ‘tussen jongen en meisje in.’ Zie Tabel 3.2.1 uit het rapport, pagina 28.


 






De resultaten

In totaal 3,3 procent van de jongeren van 12 tot 25 jaar is trans of genderdivers. Dat was in 2017: 2,3 procent, een toename van een procentpunt. 

Bij meisjes zijn er meer transgender of genderdiverse identiteiten: 4,3 procent tegen 2,4 procent bij de jongens. Bij de jongens is de toename 0,7 procentpunt, bij de meisjes 1,4 procentpunt.

Terwijl bij de jongens de transgender groep licht is toegenomen (van 0,4 naar 0,7), is die bij de meisjes gedaald van 0,9 naar 0,6 procent in 2023. 

De toename zit vooral bij de categorieën ‘non-binair’ en ‘weet nog niet’. Bij de meisjes gaat de categorie non-binair van 0,2 naar 0,8 procent in 2024.  De grootste toename zit in de categorie ‘dat weet ik (nog) niet’ (of genderidentiteit overeenkomt met geboortegeslacht): bij de meisjes is dat toegenomen van 0,3 naar 1,3 procent. Terwijl transgender identiteit dus nauwelijks is toegenomen bij de jongens en gedaald bij de meisjes, zit de toename dus vooral in non-binair en gendertwijfel.  

Zie Tabel 3.11.1 uit het rapport, pagina 52. Daarin zijn de bovengenoemde categorieën (tussen een jongen en meisje in, zowel jongen als meisje, of geen jongen en ook geen meisje) samengevoegd onder "Genderdivers." Maar wat deze categorieën precies betekenen blijft vaag: "Van deze groep transgender en genderdiverse jongeren is niet bekend hoe zij zich noemen, of zij een gevoel van onbehagen over de toegewezen sekse ervaren, en of zij zich gender non-conform gedragen of kleden." Pagina 30. 








Wat betekenen de percentages in absolute aantallen? 

Er zijn volgens het CBS in 2023 bijna 2,8 miljoen jongeren tussen 12 en 25 jaar. Als 3,3 procent daarvan transgender is of genderdivers dan gaat het om 92.500 jongeren. Uitgesplitst naar geslacht: 58563 vrouwen en 33936 mannen. In 2017 ging het nog om een procentpunt minder, dus laat 2023 een toename zien van zo’n 29.000 jongeren. En dat zijn twee keer zoveel meisjes (19.067) als jongens (9898).  Zie grafiek 1.

Grafiek 1 










Genderbevestigende behandeling en wachtlijsten.

Dertien procent van de transgender jongeren heeft minstens één genderbevestigende behandeling gehad, omgerekend naar de totale populatie: 2.548 jongeren. Bij de genderdiverse groep heeft maar 1 procent een genderbevestigende behandeling gehad, dat zijn 694 jongeren. In totaal dus 3,242 jongeren tussen 12 en 25 jaar.

9 procent staat op de wachtlijst, dat zou dus gaan om 1.764 jongeren. Dat is veel lager dan de cijfers van de Kwartiermaker Transzorg laten zien die in 2022 bij elkaar al 1.848 minderjarigen op de wachtlijst had staan. 

Het rapport heeft ook gevraagd op welke leeftijd de jongeren wisten dat ze transgender of genderdivers waren. Daar kwam 16,6 jaar uit als gemiddelde leeftijd  (sd = 4,0). Dat is wel opmerkelijk, want dat is gemiddeld vrij laat en spreekt het beeld tegen dat deze jongeren al op jonge leeftijd weten wat hun genderidentiteit is. 

Zie ook: 

Statistieken transgenderzorg deel 2: nieuwe data aanmeldingen Amsterdam

Statistieken transgenderzorg en transgender personen. Een overzicht van alle beschikbare actuele statistieken over transgenderzorg en transgender personen in Nederland.